Haal de markt uit de zorg
In de afgelopen decennia heeft marktwerking de Nederlandse zorg kapot gemaakt. Lange wachttijden, versplinterde jeugdzorgvoorzieningen, ontoereikende zorg uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) – en dan ook nog tegen een eigen bijdrage die de zorg voor veel mensen ontoegankelijk maakt. Vanaf 2015 is de zorgvoorziening in Nederland verder gedecentraliseerd en kregen de gemeenten een grotere rol. Onder het mom van ‘maatwerk’ zijn deze bezuinigingen gerechtvaardigd. In de praktijk veroorzaakte het echter een gefragmenteerde zorgvoorziening, minder kwaliteitscontrole, en meer ruimte voor marktwerking. Dit moet radicaal anders.
Zorg is geen markt, maar een fundamentele levensbehoefte. Dit betekent dat we ons inzetten om op de lange termijn de aanbestedingsprocedure uit de Wmo en jeugdzorg te halen, de harde knip uit de jeugdzorg te verwijderen en een einde te maken aan de eigen bijdrage voor de Wmo. Er komt daarnaast extra aandacht voor zorg voor gemarginaliseerde groepen, zoals LHBTIQ+-personen, vluchtelingen, ongedocumenteerden en dak- en thuislozen. We werken aan minder wachttijd in de transgenderzorg en richten een gemeentelijk zorgfonds op voor de meest kwetsbare Amsterdammers, zoals ongedocumenteerden en daklozen. Bovendien is ons uitgangspunt in de lokale zorg altijd de ervaring van de doelgroep; niets over ons, zonder ons. Dat betekent dat we werken aan een informed consent-model in de zorg, jeugd-ggz en Wmo.
Voor een gelijkwaardige en veilige lokale zorg, met veel minder markt en veel meer mens, stelt BIJ1 het volgende voor:
Zorg door en voor de gemeente
● Op gemeentelijk niveau maken wij ons hard om de aanbestedingsprocedure geheel uit de zorgsector te halen. Wij vervangen de aanbestedingsprocedure door een subsidiemodel gebaseerd op langdurige samenwerking met lokale zorginstellingen. Tot dit gerealiseerd is, zetten wij in op bestuurlijke aanbesteding voor de Wmo en jeugdzorg. Zo voorkomen we gefragmenteerde zorgvoorziening, gebrek aan langdurige kennisopbouw en kwaliteitscontrole, en gaan we marktwerking in de zorgsector tegen.
● Voor de toegang van vluchtelingen, ongedocumenteerden en dak- en thuislozen tot de zorg, richt de gemeente een fonds op zodat de zorg die buiten het basispakket valt, vergoed kan worden. Ook zorgt de gemeente Amsterdam voor een betere lokale zorgkaart en laagdrempelige zorgpunten in de wijk.
● Het wordt de norm dat verschillende partijen met specifieke zorgkennis bij elkaar in hetzelfde zorgcentrum werken. Hier kunnen zorgvragers en zorgverleners terecht met iedere zorg- en ondersteuningsvraag. Dit zorgt voor laagdrempelig contact tussen partijen en voor kwalitatief betere en efficiëntere zorg. De gemeente helpt zorgorganisaties hierin door leegstaand gemeentelijk vastgoed beschikbaar te stellen.
● Het werk van mantelzorgers moet meer gewaardeerd worden. Er komt een eerlijke financiële waardering voor hun werk. De gemeente Amsterdam zal voor een vergoeding voor mantelzorgers zorgen. De mantelzorgverklaring zal opnieuw worden ingesteld. En er zal een centraal mantelzorgregister komen in Amsterdam, van waaruit de vergoeding wordt uitgegeven.
● De gemeente zet in op grootschalige loonsverhoging voor al het zorgpersoneel, onder andere door doelgerichte subsidie-eisen. Dit is mogelijk vanuit de bestuurlijke aanbesteding (en op de lange termijn via het subsidiemodel). Daarnaast wordt aan al het zorgpersoneel in Amsterdam een gratis parkeervergunning gegeven en blijft voor hen een deel van de sociale huurwoningen beschikbaar.
Zorg voor iedereen
● Ervaringsdeskundigheid moet in de gemeente Amsterdam het uitgangspunt van de zorg zijn. Dit betekent dat er voor alle groepen mensen expertpanels zijn, waarin de mensen waarvoor de zorg is, op een gelijkwaardige manier kunnen meepraten, -denken en -beslissen over gepaste zorg. Ook willen we mensen met erkende ervaringsdeskundigheid in alle lagen van het lokale (jeugd)zorgsysteem hebben werken.
● De eigen bijdrage van de Wmo wordt afgeschaft voor inkomens onder modaal. Voor mensen met een inkomen boven modaal wordt de eigen bijdrage afhankelijk van hoe hoog het inkomen is.
● We ondersteunen laaggeletterde mensen in het begrijpen van belangrijke medische informatie. De gemeente gaat (gebaren)tolken en buddy’s aanstellen die op aanvraag helpen de medische informatie te begrijpen. De kosten van deze (gebaren)tolken zijn voor de zorgorganisaties in plaats van de zorgvrager.
● De gemeente ondersteunt met doelgerichte subsidie-eisen de zorginstellingen in hun antidiscriminatiebeleid. Hierbij wordt onder andere samengewerkt met de Roze Loper voor LHBTIQ+-vriendelijke zorg. Er komen trainingen om medewerkers in de zorg bewust te maken van hun (onbewuste) vooroordelen, houding en verwachtingspatronen. Er worden afspraken gemaakt om racisme, (cis)seksisme en discriminatie op grond van seksuele geaardheid te bestrijden.
● In de lokale Gezondheidsmonitor wordt specifiek gekeken naar de situatie van LHBTIQ+’ers en de factoren die mogelijk grotere gezondheidsrisico’s vormen voor deze groep.
● Transgenderzorg wordt meegenomen in de sociaal-medische kaart van de gemeente. Via de ggd stimuleert de gemeente toegankelijke lokale transgenderzorg voor gemarginaliseerde en moeilijk bereikbare groepen zoals ongedocumenteerden, vluchtelingen en sekswerkers. Dit moet worden ontwikkeld in samenwerking met de trans gemeenschap.
● Daarnaast zet de gemeente, in samenwerking met de lokale ggd en VU Genderpoli, zich actief in voor het verkorten van de wachttijden voor transgenderzorg in Amsterdam. Ook zoekt de gemeente actief naar alternatieve mogelijkheden voor lokale transgenderzorg.
● Jongeren in de jeugdzorg die zich niet thuis voelen in hun gender of zich anders presenteren dan hun officiële status, worden altijd serieus genomen en in hun geleefde/gewenste gender en bijbehorende voornaamwoorden aangesproken, ook als dat niet-binair is.
● In de Jeugdmonitor wordt specifiek aandacht besteed aan de positie van LHBTIQ+-jongeren.
● De gemeente Amsterdam voert een campagne om hiv-zorg voor risicogroepen zichtbaar te maken. Bij een lokale aanpak bereik je de gemeenschap het beste. Hierdoor kun je inzetten op standaardtesten en vroege behandeling op maat. De campagne is gericht op educatie tegen stigmatisering, preventie door het toegankelijker maken van PrEP, testen op plekken waar de gemeenschap samenkomt, behandelen (O = O) en onderzoek naar betere toegankelijkheid van hiv-zorg.
● Ouderen verdienen een respectvolle behandeling. Daarom moet de gemeente Amsterdam het initiatief om sociale functies en zorg in zorg- en buurthuizen samen te brengen ondersteunen. Denk aan een kinderdagverblijf in een verzorgingstehuis. Hierbij wordt kleinschalig wonen de norm.
● Er moet voldoende zorg ingezet worden voor ouderen die nog thuis wonen. Hieronder valt ook huishoudelijke hulp. De gemeente maakt meer budget vrij vanuit de Wmo om dit mogelijk te maken.
● Ouderen die door de splitsing tussen Wmo en Wlz tussen wal en schip dreigen te vallen, worden in kaart gebracht door de gemeente en actief geholpen. Verantwoordelijkheid voor het overzicht wordt genomen door de gemeente, en de gemeente blijft het overzicht bijhouden. Zorgorganisaties worden betrokken om ouderen in kaart te brengen.
● Ouderen die op de wachtlijst staan voor een Wlz-instelling zoals een verpleeghuis, moeten tijdens deze wachttijd ook goede en voldoende zorg krijgen.
● De gemeente brengt in kaart welke ouderen geen of een klein sociaal netwerk hebben. Deze ouderen worden actief benaderd en in contact gebracht met verschillende vrijwilligersorganisaties die zich inzetten voor eenzame ouderen.
● Om de snelle digitalisering van de zorg in de stad tegen te gaan, beschermt de gemeente zich tegen de komst van schadelijke technologiebedrijven in de zorg, die onder meer via platformisering de menselijkheid uit de zorg halen. De gemeente maakt samen met de zorggemeenschap (professionals, vrijwilligers en mantelzorgers) een beleidskader om de toetreding van technologiebedrijven tot de zorg te verminderen. Tegelijk werkt de gemeente met lokale coöperatieve startups en sociale ondernemingen aan alternatieven waar dat kan.
Geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg
● De wachttijden in de jeugdzorg, en met name in de complexe jeugdpsychiatrie, moeten veel korter. De gemeente Amsterdam gaat in kaart brengen hoe ernstig dit probleem is, waarbij er voor volledige transparantie wordt gezorgd. Ook wordt er geïnvesteerd in tijdelijke hulp (zoals wachttijdondersteuning). Als oplossing voor het probleem gaat de gemeente inzetten op langdurige samenwerkingen met zorgaanbieders, om kwaliteit te garanderen en versnippering en marktprikkels tegen te gaan.
● De toegang tot de jeugdzorg moet laagdrempeliger zijn. Daarom gaat de gemeente Amsterdam werken aan een overzicht op de gemeentelijke website, om voor jongeren duidelijker te maken hoe ze bij de juiste hulpverlener terecht komen. Ook komen er laagdrempelige inlooppunten in de stad, waar jongeren terecht kunnen voor vragen en doorverwijzingen.
● De samenhang tussen de behandeling in de jeugdzorg en aansluitende hulp in de Wmo moet worden versterkt. Dit kan door langdurige samenwerking tussen jeugdzorg en Wmo-aanbieders goed te ondersteunen.
● Voor iedereen zou een informed consent-model het uitgangspunt moeten zijn. Gedwongen vormen van geestelijke gezondheidszorg, die vooral voortkomen uit de nieuwe Wet verplichte ggz, zijn een inperking van het zelfbeschikkingsrecht. We benadrukken ook de mogelijk schadelijke en traumatische gevolgen van de bijbehorende behandelvormen zoals ‘chemical restraint’, eenzame isolatie en het opleggen van strikte leefregels.
● Binnen de gemeente wordt in samenwerking met de Amsterdamse universitaire ziekenhuizen onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor niet-medicamenteuze en niet-autoritaire behandelvormen en het toepassen van een informed consent-model in de ggz en jeugdzorg. Daarbij wordt ook gekeken naar de mogelijke invloed van sociaal-maatschappelijke omstandigheden, zoals financiële stress en (dreigende) dakloosheid bij mensen met een hulpvraag.
● Wij zullen ernaar streven binnen de gemeente Amsterdam, door middel van de Wmo-subsidieprocedures, zoveel mogelijk samen te werken met organisaties die een informed consent-model gebruiken (of bereid zijn hier naartoe te werken). Op deze manier willen we de mogelijkheid tot zelfbeschikking van ieder persoon handhaven. Dit geldt in het bijzonder voor de Wmo gericht op beschermd wonen.
● De gemeente Amsterdam dringt aan bij de landelijke politiek om meer budget vrij te maken voor de jeugdzorg, zodat alle jongeren gepaste zorg kunnen krijgen. Hierbij wordt een specifiek budget vrijgemaakt voor het verstrekken van gepaste zorg, hulpmiddelen en voorzieningen binnen de Wmo.
● De harde knip moet uit de jeugdzorg. Wanneer je 18 wordt zal de zorg niet ineens stoppen. Jeugdzorg mag pas stoppen wanneer de Big 5 van bestaanszekerheid (support; wonen; school/werk; inkomen; welzijn) voor de jongere geregeld is.
● Er wordt zoveel mogelijk ingezet op gestroomlijnde zorg in de jeugdhulp (zoals één team). Ook is de samenhang tussen behandelaren belangrijk. Daarnaast wordt in samenwerking met jeugdzorginstellingen en -behandelaars gewerkt met een informed consent-model voor gezins- en systeemtherapie. Hierdoor worden kinderen niet langer in gevaar gebracht door de onveilige situatie die binnen systeemtherapie kan worden gecreëerd.
● De gemeente Amsterdam gaat de huisvesting voor jongeren van 18 tot 23 jaar in de jeugdzorg verbeteren, ook na de tijdelijke opvang. Deze verbetering wordt bijvoorbeeld geregeld door doorstroommogelijkheden naar sociale huur te faciliteren.
Ga terug naar het programma overzicht | Ga door naar Onderwijs