Onderwijs

Pak kansengelijkheid grondig aan

Op papier is iedereen in Nederland gelijk; in de praktijk werkt het helaas anders. Niet alle kinderen worden geboren met dezelfde kansen. Afkomst, opleidingsniveau en inkomen van ouders zijn vaak bepalend voor het schoolsucces van kinderen. Op dit moment zet het Amsterdamse college zich vooral in voor het wegwerken van achterstanden en het corrigeren van onderadvisering. Maar achteraf ingrijpen is niet genoeg: wij pakken ongelijkheid bij de wortel aan. Wij bestrijden onderadvisering en de grote rol van racisme, klassisme en validisme in de onderwijservaring van kinderen en jongeren.

Voor ons staat dan ook voorop: radicaal gelijke kansen komen voort uit ongelijke investeringen in de scholen en scholieren. Niet alleen verdiepen en verbreden we het Amsterdamse beleid om onderwijsachterstanden weg te werken, er wordt extra ondersteuning geboden aan kinderen die geen bijles kunnen betalen. Daarnaast heeft de gemeente de verantwoordelijkheid om in onze stad een gezond en veilig leerklimaat voor álle kinderen te creëren. Zij moeten hun talenten kunnen ontwikkelen en zich welkom voelen, ongeacht hun huidskleur, gender, neurodivergentie, godsdienst of sociale klasse.

BIJ1 staat bovendien altijd achter onze leraren. Leraren hebben een hele belangrijke rol in de toekomst en wereldbeleving van onze kinderen. In Amsterdam is er echter een groot tekort aan leraren en veel leraren zijn structureel overwerkt. De scholen die daar het meeste last van hebben zijn ook de scholen met de grootste kans op onderwijsachterstanden. Leraren eerlijk belonen en ondersteunen moet dan ook een topprioriteit van de gemeente zijn.

Met het volgende beleid gaat Amsterdam BIJ1 door met het verbeteren van kansengelijkheid in het onderwijs:

Amsterdam BIJ1 pakt het probleem bij de wortel aan: onderadvisering en segregatie

● Kinderen met een migratieachtergrond en/of uit een kwetsbaar sociaaleconomisch milieu, en kinderen met een beperking krijgen helaas structureel een te laag schooladvies. De gemeente gaat daarom, wanneer daar behoefte aan is, een onafhankelijke second opinion aanbieden voor het schooladvies. Daarnaast komt er een onafhankelijke instantie binnen de gemeente voor klachten over onderadvisering, discriminatie en racisme.

● In de afgelopen bestuursperiode heeft Amsterdam BIJ1 het voor elkaar gekregen dat thuissituaties niet meer worden meegenomen in het middelbare schooladvies. Hierop moet nu wel echt beter en zorgvuldiger gehandhaafd worden, onder andere door dit mee te nemen in inspectierapporten.

● Lage verwachtingspatronen van leraren zorgen ervoor dat sommige leerlingen minder uitdagend onderwijs krijgen dan hun klasgenoten. Leerkrachten en docenten moeten zich daarom bewust worden van hun eigen vooroordelen en rol in het overdragen van onder meer racisme, seksisme, klassisme en validisme via onderwijsprogramma’s die door de gemeente worden opgezet. Vervolgens krijgen de onderwijzers begeleiding bij het in de praktijk brengen van wat zij geleerd hebben, om zo daadwerkelijk gelijke kansen in het onderwijs te kunnen bieden. De naleving hiervan wordt ook meegenomen in inspectierapporten en schoolgidsen.

● Ouders moeten veel eerder en beter betrokken worden bij de ontwikkeling van het niveau van hun kind. Vanaf de eerste Cito-toetsen in groep 4 of 5 moet aan ouders verteld worden wat dit zou kunnen betekenen voor hun kind op het voortgezet onderwijs. De gemeente moet ervoor zorgen dat deze informatie ook in andere talen dan Nederlands wordt aangeboden als dat nodig is.

● Testen op hoogbegaafdheid en vormen van neurodivergentie moeten toegankelijker worden voor alle kinderen.

● De gemeente gaat zich bij het basis- en voortgezet onderwijs sterk maken voor de afschaffing van de vrijwillige ouderbijdrage. Hierdoor verdwijnt de sociale druk die door ouders die in armoede moeten leven als vernederend wordt ervaren.

● Alle scholen in Amsterdam doen mee aan het stedelijke aanmeldsysteem voor het basis- en voortgezet onderwijs, waarbij selecteren in plaats van loten niet wordt toegestaan. Dit wordt een gemeentelijke subsidie-eis. Daarnaast komt er een onafhankelijk onderzoek naar de selectieprocedures binnen het basis- en voortgezet onderwijs van Amsterdam. Hierbij is er specifiek aandacht voor de rol van racisme, klassisme en validisme in de selectie. Daarnaast worden voorrangsregelingen op middelbare scholen voor gezinsleden en/of het hebben van een bepaalde vooropleiding afgeschaft.

● Er komt een diversiteitscommissie op elke school in onze gemeente. Deze commissie moet zorgen voor diversiteitsquota in alle onderwijs- en bestuurslagen. Ook zal er vanuit de gemeente een campagne worden opgezet om leerlingen en studenten bij de besluitvorming van hun eigen instelling te betrekken. Zo worden er meer mensen met een migratieachtergrond betrokken, waardoor de scholen en universiteiten een betere weerspiegeling van de studenten en hun ouders worden. Dit criterium wordt meegenomen in schoolgidsen.

● Er wordt proactief geworven op diversiteit voor leraren en de onderwijsbestuurslaag. Dit gebeurt onder andere door hoe de vacatures worden opgesteld en verspreid, waarbij diversiteitscommissies worden betrokken. Overkoepelende onderwijsorganisaties gaan leraren werven voor het hele Amsterdamse onderwijs in plaats van specifieke scholen. Daarbij wisselen leraren jaarlijks tussen de verschillende scholen binnen de onderwijsorganisatie.

● Educatie voor onderwijspersoneel en leerlingen/studenten rondom racisme, klassisme, seksisme en validisme wordt standaard betrokken in lesprogramma’s. Onderwijsinstellingen worden actief benaderd om het Amsterdams akkoord voor divers, inclusief en maatschappelijk betrokken hoger onderwijs te ondertekenen en daarnaar te handelen. Gegevens hierover worden genoemd in schoolgidsen.

● De manier waarop de open dagen voor het voortgezet onderwijs momenteel worden georganiseerd, zorgt ervoor dat mensen voor scholen in de buurt kiezen. Het is namelijk voor veel ouders en hun kind(eren) niet mogelijk om in twee maanden twintig verschillende open dagen door de hele stad te bezoeken. De informatie over de verschillende scholen moet daarom op alle basisscholen op dezelfde manier worden aangeboden (gecentraliseerd door de gemeente): op een toegankelijke manier en in meerdere talen.

● Gratis openbaar vervoer voor scholieren op het voortgezet onderwijs en het mbo. Afstand en bereikbaarheid mogen geen belemmering vormen voor de keuze voor een school.

● Bedrijven die zich schuldig maken aan stagediscriminatie krijgen geen opdrachten meer van de gemeente en gemeentelijke subsidies voor deze bedrijven worden stopgezet. Scholen spelen een actieve rol in het regelen van stageplekken en in het verzekeren van de veiligheid van leerlingen gedurende hun stage.

Gelijke kansen, ongelijk investeren

● Het Amsterdamse beleid om onderwijsachterstanden weg te werken moet worden verdiept en uitgebreid. De effectiviteit van de aanpak wordt gemeten en openbaar gemaakt. Dit beleid en het gelijkekansenbeleid worden onderdeel van de masterplannen voor de ‘ontwikkelbuurten’.

● De subsidie Kansenaanpak voortgezet onderwijs moet worden voortgezet en uitgebreid.

● Scholen met brede brugklassen worden door de gemeente gestimuleerd. Op dit moment ontvangen zeven scholen in Amsterdam een BredeBrugklasBonus voor een driejarige brugklas met leerlingen op minimaal drie verschillende niveaus, zoals vmbo, havo en vwo. Dit moet verder worden uitgerold. Hierbij ondersteunt de gemeente de scholen en leraren bij de voorbereiding op de andere lesinhoud en lesaanpak.

● De gemeente stimuleert brede scholengemeenschappen en ondersteunt de initiatieven om nieuwe brede schoolgemeenschappen op te zetten.

● De voorschool wordt voor alle kinderen in onze gemeente gratis.

● In principe zou het onderwijs altijd voldoende en van gelijkwaardige kwaliteit moeten zijn. Helaas is dit niet altijd het geval. Daarom wil BIJ1 dat er extra ondersteuning komt voor iedereen die dat nodig heeft. In alle buurten moet gratis huiswerkbegeleiding, coaching, bijles of andere vormen van ondersteuning worden aangeboden, voor iedereen die daar gebruik van wil maken. De gemeente stelt hiervoor voldoende geld beschikbaar en ondersteunt de buurten als dat nodig is.

● Scholen stellen een plan van aanpak op voor het opsporen van problemen door kansenongelijkheid. Als het nodig is kunnen zij de hulp van de gemeente inschakelen. Daarbij moet er ruimte zijn voor maatwerk op schoolniveau en op basis van wat ieder kind nodig heeft.

● De gemeente investeert in kennisdeling. Scholen die werk maken van écht gelijke kansen, delen hun lessen met andere scholen in de gemeente. Hulpmiddelen om kennisdeling mogelijk te maken worden aangeboden vanuit de gemeente.

● Scholen moeten goed verslag uitbrengen over de subsidies die ze hebben ontvangen. Daarbij moeten de resultaten voor kansengelijkheid en de leerling centraal staan. Subsidies die daar niet aan zijn besteed worden gestopt.

● BIJ1 wil een flexibel lesprogramma dat hierbij past, zodat alle leerlingen onderwijs kunnen krijgen dat bij hun persoonlijkheid en talenten past. De persoonlijke en sociale ontwikkeling en het leren van vaardigheden voor de toekomst staan daarbij centraal. Namelijk, het leerpad waarop in het huidige schoolsysteem zo de nadruk ligt, past niet bij ieder persoon en ook niet meer bij de samenleving van nu.

Gelijkwaardig en toegankelijk onderwijs

● Islamitische scholen staan onder enorme druk en worden slecht ondersteund door de overheid. Deze scholen hebben recht op uiting van hun godsdienst op dezelfde manier als christelijke scholen. Het is de taak van de gemeente om alle scholen te ondersteunen in het bieden van onderwijs. Daarnaast hoort de gemeente in samenwerking met de politie te zorgen voor een veilige leeromgeving voor alle kinderen, of zij nu op een openbare of religieuze school zitten. De gemeentelijke subsidie voor bewaking van religieus onderwijs en dus ook islamitisch onderwijs wordt uitgebreid.

● De gemeente spreekt basis- en middelbare scholen actief aan op hun wettelijke plicht om LHBTIQ+-acceptatie te verbeteren. Scholen mogen hier een eigen invulling aan geven. Wel wordt er vanuit de gemeente (financiële) steun en begeleiding aangeboden, om de acceptatie te verbeteren, het pesten van LHBTIQ+-jeugd aan te pakken en meer te letten op huiselijk geweld bij deze jongeren.

● Er komen programma’s voor de bestrijding van gendergerelateerd geweld en gewelddadige mannelijkheid. Meisjes moeten zich op school kunnen uiten en ontwikkelen zoals zij willen, zonder dat zij seksueel geweld, uitbuiting of online intimidatie mee hoeven te maken.

● Er komt een einde aan het wegdrukken van moedertalen anders dan het Nederlands. Uit meerdere onderzoeken is gebleken dat voor de Nederlandse taalvaardigheid, de algemene leervaardigheid en het zelfbeeld, een goede beheersing van en een positief idee over de eigen moedertaal heel belangrijk is. Daarom gaat de gemeente onderwijs in de eigen taal nieuw leven inblazen: ouders krijgen al in de consultatiebureaus informatie over het belang van het spreken van de moedertaal met de kinderen. Openbare bibliotheken en schoolbibliotheken bieden een ruime selectie van boeken in verschillende talen en voorleesmiddagen in verschillende talen voor de jongste kinderen.

● Het aantal Samen naar School-klassen wordt flink uitgebreid om kinderen met een speciale onderwijs- of zorgbehoefte te geven waar zij recht op hebben: passend onderwijs in de buurt en de kans om mee te doen in de maatschappij. Dankzij het initiatiefvoorstel van Amsterdam BIJ1 zijn er in Amsterdam Samen naar School-klassen gekomen. Een Samen naar School-klas is een klas binnen een reguliere school voor kinderen met een speciale onderwijsbehoefte, zoals moeilijk lerende kinderen, kinderen met een ontwikkelingsachterstand of kinderen met een lichamelijke beperking die extra zorg nodig hebben. Ze doen mee met de andere leerlingen tijdens het kringgesprek, het speelkwartier, het eten en drinken en het voorlezen. In hun eigen klas krijgen ze dan onderwijs op maat, met alle zorg, ondersteuning en uitdaging die ze nodig hebben.

● Schoolgebouwen in het regulier en bijzonder onderwijs moeten volledig toegankelijk worden voor leerlingen met een beperking en neurodivergente leerlingen. Te vaak zitten deze leerlingen in een sociaal isolement omdat zij ver van hun school wonen. Daardoor kunnen zij moeilijk afspreken na schooltijd. Ook zorgt de gemeente dat het gewenste vervoer en de nodige zorg voor die leerlingen op school geregeld is.

● De onderwijsinspectie let in het bijzonder op het aanbieden van aanpassingen (zoals extra tijd bij toetsen, vergrote tekst of audio-versies van boeken) aan studenten met een beperking. Hierdoor komen scholen minder makkelijk weg met het weigeren van noodzakelijke aanpassingen.

● Op het voortgezet, beroeps- en hoger onderwijs komt er een schoolpsycholoog voor leerlingen en studenten met behoefte aan ondersteuning bij hun psychische en sociale problemen.

● Gemeentelijke bibliotheken krijgen hulpmiddelen om ook meer op scholen aanwezig te zijn, om zo laaggeletterdheid bij jongeren terug te dringen. Ook moet dit de toegang tot een gratis openbare bibliotheek voor iedereen makkelijker maken. Daarnaast verzekeren bibliotheken dat het aanbod van boeken en andere materialen aansluit bij de diversiteit van onze inwoners, dus ook in andere talen dan het Nederlands.

● De gemeente zorgt voor meer mogelijkheden om inwoners die laaggeletterd zijn te ondersteunen in hun eigen buurt via de partners van het Amsterdams Taalakkoord. Er zijn ongeveer 150.000 laaggeletterde Amsterdammers, dus de nood is hoog. We moeten het meer over laaggeletterdheid hebben en mensen moeten zonder schaamte hulp kunnen vragen.

Sta achter onze leraren

● Het tekort aan leraren is het grootst op scholen in ‘ontwikkelbuurten’. Dat komt voor een deel door het beeld van deze buurten dat door de media en de politiek wordt gecreëerd. Op de lerarenopleidingen moet voorlichting worden gegeven over deze wijken en hoe het is om daar te werken. Stages in deze wijken moeten actief gestimuleerd worden.

● Scholen met grote lerarentekorten krijgen vanuit de gemeente extra subsidies om aan leraren uit te keren in de vorm van bonussen. Dit gebeurt onder andere door het voortzetten van de ‘grotestedenbonus’ voor leraren.

● Het noodplan van de gemeente om mensen vanuit andere beroepen leraar te laten worden (zij-instroom) is goed maar heeft geen duurzame oplossing geboden. Veel zij-instromers stromen vooral in de zwakkere sociaaleconomische buurten weer uit. Daar hebben de scholen niet genoeg leraren om de zij-instromers goed te begeleiden en dus worden zij te snel in het diepe gegooid. Scholen met meer geld die deze begeleiding wel kunnen bieden moeten zij-instromers voor scholen in andere buurten begeleiden.

● De gemeente ondersteunt scholen zoveel mogelijk in ICT- en administratieve taken, zodat de school en de leraren meer tijd krijgen voor hun hoofdtaak: het onderwijs. Zo vermindert de werkdruk en heeft de leerkracht meer tijd om aandacht aan iedere leerling te besteden. Dit maakt het werk van de leraar aantrekkelijker en het komt ten goede aan de kansengelijkheid.

● De gemeente gaat door met het ondersteunen van leraren en ander schoolpersoneel bij het vinden van een woning, door een gedeelte van de sociale huurwoningen voor onderwijspersoneel te bewaren.

● BIJ1 steunt PO in actie en overige stakingen in het onderwijs. Wij roepen de gemeente, andere politieke partijen en lokale maatschappelijke organisaties op om dit ook te doen.

Ga terug naar het programma overzicht | Ga door naar Zelfbeschikking en toegankelijkheid