Wonen

Kraak de wooncrisis

Dat kapitalisme een onrechtvaardig systeem is, wordt in Amsterdam het duidelijkst zichtbaar op het gebied van wonen. We zitten al jaren in een wooncrisis en die wordt alleen maar erger. Honderdduizenden mensen staan op jarenlange wachtlijsten en de huur- en huizenprijzen schieten omhoog. Ook is het aantal daklozen in Amsterdam in tien jaar tijd verdubbeld. Mensen met een kleine tot middelgrote portemonnee wordt het recht tot de stad steeds meer ontzegd. Het gewelddadige beleid leidt tot gentrificatie en raakt gezinnen met een migratieachtergrond extra hard. Dit beleid is klassistisch, racistisch en ondemocratisch.

Het college stopt daarom per direct met de verdringing van de oorspronkelijke bewoners van opkomende buurten uit Amsterdam-Noord, Amsterdam-Zuidoost, Amsterdam-Oost, Amsterdam-West en Amsterdam Nieuw-West. BIJ1 zal er alles aan doen om de stijgende huurprijzen, het tekort aan sociale huurwoningen en het onrechtvaardige sloopbeleid aan te pakken. De woonstrijd wordt echter niet alleen in de Stopera gevoerd, maar ook op de Amsterdamse straten. BIJ1 zal altijd de bondgenoot zijn van bewoners, krakers en andere activisten die deze strijd voeren. BIJ1 steunt bestaande ideeën en groepen, zoals Verdedig Noord, Actiegroep Bewoners Johan Piet en de kraakbeweging volledig. Zij zijn van levensbelang om verbondenheid in de stad te krijgen en te houden.

We moeten de wooncrisis kraken, zodat er ongeacht hoeveel geld je hebt er een plek voor je is in Amsterdam. Daarom stelt BIJ1 de volgende actiepunten voor:

Amsterdam dwingt rechtvaardig nationaal woonbeleid af

Hervorming van woonbeleid moet in de eerste plaats op nationaal niveau gebeuren. De wooncrisis is een direct gevolg van nationaal beleid zoals de afbraak van huurbescherming, de deregulatie en sloop van de (sociale) huursector en het aantrekken van beleggers en speculanten op de woningmarkt. Amsterdam blijft daarom druk uitoefenen op de nationale politiek om:

  • De verhuurderheffing, de kostendelersnorm en het kraakverbod af te schaffen;
  • De hypotheekrenteaftrek voor rijke Nederlanders per direct af te schaffen en voor mensen met een modaal inkomen versneld af te bouwen (zodat zij geen schuldproblemen krijgen);
  • Toegang tot sociale huur te vergroten;
  • Huurprijzen in de vrije sector te begrenzen;
  • Huisuitzettingen als gevolg van schulden onmogelijk te maken;
  • Een algemene woonplicht voor koopwoningen in te stellen en leegstand te bestraffen.

We treden op tegen parasitaire beleggers

  • De gemeente doet alles in haar macht om panden af te pakken van private beleggers, zoals huisjesmelkers en problematische vastgoedbedrijven. Om dit doel te bereiken zal Amsterdam:
  1. Een puntensysteem invoeren gericht op het bijhouden van overtredingen, zodat er bij slecht onderhoud of te hoge huren punten worden toegekend. Bij een bepaald aantal punten zal er worden overgegaan tot het afpakken van woningen;
  2. Ernaar streven het controlemiddel ‘beheerovername’ in te zetten tegen huisjesmelkers en beleggers die panden langdurig leeg laten staan. Bij beheerovername verplicht de gemeente de eigenaar de woning in beheer te geven aan de gemeente.
  • We zorgen dat de opkoopbescherming per direct in Amsterdam geldig is, in een zo groot mogelijk gebied. Goedkope en middeldure koopwoningen kunnen dan niet meer zomaar worden opgekocht door beleggers voor verhuur.
  • De gemeente moet actiever op leegstand gaan controleren en bij ontdekking de huisjesmelkers beboeten. Ook moet de druk om in (oude en nieuwe) panden te wonen worden opgevoerd met behulp van een zelfbewoningsplicht. Er wordt niet voor leegstand ontruimd en de gemeente en politie gaan altijd eerst in overleg met krakers voordat er wordt overgegaan tot ontruiming. Hiermee voorkomen we speculatie met leegstaande panden en bouwgrond.
  • We werken actief vakantieverhuur via platformen als Airbnb of Booking.com tegen. Deze vakantieverhuur zorgt voor het verkleinen van het woningaanbod en voor gentrificatie. De maximale verblijftermijn wordt teruggebracht naar maximaal zeven dagen. Er worden geen nieuwe hotelvergunningen meer uitgegeven en via contracten voor erfpacht wordt gestopt met de bouw van hotels waarvoor eerder een vergunning was gegeven. Dit geldt voor alle stadsdelen.
  • BIJ1 wijst het kraakverbod af en verzoekt de gemeente dit kraakverbod zoveel mogelijk te negeren en tegen te werken. BIJ1 steunt de kraakbeweging en roept de gemeente op om:
  1. Amsterdam tot kraakvriendelijke stad te verklaren;
  2. Kraak- en ontruimingsbeleid opnieuw in te richten;
  3. Het ontruimen van kraakpanden de laagste prioriteit te geven als het gaat om handhaving;
  4. Terughoudend te zijn in het ontruimen en nooit ontruimen voor er overlegd is met krakers;
  5. Druk uit te oefenen op de Rijksoverheid voor afschaffing van het kraakverbod.

De gemeente staakt per direct haar gentrificatiebeleid

  • We verzetten ons tegen het huidige racistische en klassistische beleid dat tot gentrificatie leidt. Er wordt niet meer gesloopt, tenzij de bewonerscommissie hier met grote meerderheid (meer dan 70%) goedkeuring voor geeft. Zo voorkomen we de sloop van woningen die nog op te knappen zijn. Als sloop toch echt de enige optie blijkt, moet bij de nieuwbouw het aantal sociale huurwoningen minstens hetzelfde blijven. Hierbij blijft de oorspronkelijke huurprijs en samenstelling van type woningen.
  • Het hele personeel van woningcorporaties, inclusief het managementteam, wordt een afspiegeling van de samenleving. De gemeente zorgt ervoor dat diversiteit en representatie een topprioriteit binnen woningcorporaties wordt.
  • Het recht op terugkeer wordt altijd verzekerd voor oorspronkelijke bewoners. Bewoners uit de gesloopte gebouwen wordt passende (tijdelijke) vervangende woonruimte aangeboden in de buurt en zij hebben het recht én voorrang om terug te keren naar de nieuwbouw zonder huurstijging.
  • Om sloop en gentrificatie tegen te kunnen gaan is het van groot belang dat bewoners zich organiseren. Daarom moeten bewonerscommissies en bewonersgroepen worden gefinancierd, zodat bewoners al ruim voor de peildatum in staat zijn om verzet te organiseren. Het budget voor deze organisatie moet via de gemeente worden toegekend en niet via de woningcorporatie. We zien bijvoorbeeld dat de medewerkers van !WOON (die bewonersorganisatie ondersteunen) worden betaald door corporaties en daarom handelen op een manier die botst met de belangen van bewoners.
  • Bewonerscommissies moeten plannen voor het opknappen van woningen steunen voordat de woningcorporaties tot uitvoering overgaan. Hierbij moet minstens 70% van de bewoners goedkeuring geven.
  • De gemeente voert actief een beleid dat gentrificatie tegengaat. In plaats van dure woningen in armere wijken, zorgt de gemeente voor sociale huurwoningen in dure wijken. Waar plek vrijkomt in dure wijken wordt ingezet op bouw van sociale huur. We stimuleren hierdoor een eerlijke verdeling van het woningaanbod.
  • Veel grote gezinswoningen zijn verdwenen waardoor vooral gezinnen met een migratieachtergrond de stad uit worden gejaagd. De gemeente verplicht woningcorporaties daarom om grote gezinswoningen te behouden. Daarnaast wordt aangestuurd op het uitsluiten van verkoop en liberalisatie van de bestaande grote gezinswoningen. In het uiterste geval zal de gemeente deze woningen opkopen.
  • Er wordt afgedwongen dat grote gezinswoningen worden bijgebouwd als onderdeel van bestaande en toekomstige nieuwbouwprojecten.
  • Er komt speciale aandacht voor sociale huur op de begane grond. Deze woningen worden vaak verkocht door woningcorporaties, terwijl het vaak de enige geschikte woningen zijn voor mensen met een beperking en ouderen. Woningcorporaties gaan deze woningen behouden om mensen met een beperking en ouderen het recht tot de stad niet te ontnemen. In het uiterste geval zal de gemeente deze woningen opkopen.
  • De waarden die door de gemeente gebruikt worden om de zogenaamde ‘leefbaarheid’ van een buurt te bepalen, vallen te vaak samen met de waarden die gentrificatie veroorzaken. Amsterdam stelt, in samenwerking met bewoners, rechtvaardigheidsindicatoren op waarmee voortaan wordt gemeten hoe het gaat met de stad, de buurten en inwoners. Een voorbeeld van zo’n indicator: hoeveel van de oorspronkelijke bewoners voelen zich nog thuis in de buurt? Amsterdam laat deze indicatoren leidend zijn voor al het gemeentelijk beleid. De gemeente gaat er meetbare doelen aan verbinden en ook consequenties als deze doelen niet worden behaald.
  • Bij de bouw van nieuwe huurwoningen krijgen bewoners uit de buurt voorrang om door te stromen als zij dat willen.
  • Er wordt ontzettend veel gratis arbeid verricht door activisten en vrijwilligers in de stad, zeker op het gebied van de woonstrijd. Amsterdam zet een minimaal aantal van deze mensen per stadsdeel op de loonlijst. Zo kunnen zij de gemeente structureel adviseren en wijzen op wat er speelt in buurten. Ook wordt er subsidie vrijgemaakt om woonactivisten in de hele stad met elkaar te kunnen laten samenwerken, zodat er ingezet wordt op de coördinatie en verbinding van de verschillende wijken die in verzet komen.
  • Huurders krijgen op buurtniveau toegang tot een platform van onafhankelijke deskundigen in het geval van voortdurende schimmel- of vochtproblematiek. Buurtcentra gaan hierin een belangrijke rol spelen.
  • De gemeente gaat veel meer uitzonderingen maken op de kostendelersnorm en veel duidelijker zijn over de eisen voor uitzonderingen. Dit is belangrijk om dakloosheid (onder jongeren) te voorkomen en het meest effectief gebruik te maken van de beperkte woonvoorraad in Amsterdam.
  • De gemeente verzekert het ‘recht op informatie’ dat de basis is van rechtsbescherming voor alle Amsterdammers. De gemeente zorgt voor een toegankelijke en volledige informatiecampagne gericht op huurdersrechten en centrale en toegankelijke informatievoorziening. De gemeente verzekert ook dat mensen altijd in contact met de overheid kunnen staan om informatie te krijgen over hun rechten en om op te eisen waar zij recht op hebben.

Amsterdam gaat zorgen voor genoeg goede en betaalbare woningen

Sociale woningbouw

  • Amsterdam past de 40/40/20-regel voor bouw in het sociale, midden- en vrije huursegment aan naar 50/40/10. Zo komen er meer woningen vrij in de sociale sector waar de woningen het hardst nodig zijn.
  • Tijdelijke en onzekere huurcontracten worden verboden via de prestatieafspraken.
  • De gemeente neemt regels voor de isolatie van woningen op in de Omgevingsverordening. Op die manier kunnen huurders de isolatie van hun woning afdwingen. Vanaf nu telt isolatie niet meer mee in het puntentellingsysteem en het gebrek aan isolatie telt ook niet meer als uitgesteld onderhoud.
  • Amsterdam zet in op het veranderen van lege kantoorpanden en andere geschikte leegstaande gebouwen naar betaalbare woningen. Dit past binnen de ambitie van Amsterdam om een circulaire stad te worden, waarin de sociale basis van alle Amsterdammers centraal staat en wordt gegarandeerd. De gemeente gaat hier een uitgebreid plan voor schrijven.
  • Amsterdam kent een groot tekort aan sociale huurwoningen, daarom zet BIJ1 sterk in op de bouw hiervan. Dit gebeurt onder andere door grondbeleid in de vorm van actieve aankoop van private grond. Ook geven we bij het beschikbaarstellen van grond voorrang aan sociale huurwoningen, in plaats van aan de hoogste bieder.
  • We werken de verkoop van woningen door woningcorporaties tegen, onder andere door het flink rekken van de uitpondtermijn. De uitpondtermijn is de termijn waarop een pand uit de huur mag worden genomen om het te verkopen. Minstens 50% van de nieuwe woningen in Amsterdam moet bestemd zijn voor de sociale huur. Voor wijken waar in verhouding weinig sociale huurwoningen zijn mag dit percentage verder omhoog. Uiteindelijk zorgen we voor een netto (procentuele) groei van het aanbod aan sociale woningbouw.
  • Waar de verkoop van sociale huurwoningen door corporaties niet kan worden gestopt, zal de gemeente de betreffende woningen van corporaties opkopen en deze beschikbaar stellen voor een speciaal huisvestingsprogramma ‘Huisvesting Kwetsbare Groepen’.
  • Het urgentie-aantal wordt flink verhoogd waardoor mensen eerder een sociale huurwoning kunnen krijgen. Dit helpt de doorstroom in daklozenopvang omdat meer mensen in de opvang aan een woning worden geholpen.
  • De gemeente onderzoekt hoe ze een huurgrens in de vrije sector op een effectieve manier kan verplichten, zodat huurwoningen in de (semi)vrije sector betaalbaar worden.
  • Op scheefwonen wordt binnen Amsterdamse woningcorporaties minder streng gehandhaafd. Met de democratisering van en samenwerking met woningcorporaties wordt de huurverhoging in de gereguleerde sector afgebouwd. In gevallen waar scheefwonen voor langere tijd wordt vastgesteld wordt er in samenwerking met de bewoner gekeken naar de beste aanpak.
  • Amsterdam zorgt voor meer studentenhuisvesting en maakt het tegengaan van (studenten)huisjesmelkers een prioriteit. Er komt speciale aandacht voor het tegengaan van uitbuiting van internationale studenten.
  • Bovendien bestrijdt de gemeente het gebruik van doelgroepcontracten, waarbij een huurcontract mag worden opgezegd wanneer de huurder niet meer tot een bepaalde doelgroep behoort. Dit moet worden tegengegaan omdat doelgroepcontracten saamhorigheid kapot maken. De behoeftes van alle doelgroepen moeten verwerkt worden in het woonbeleid. De belangen van de ene groep mogen niet ten koste gaan van een andere groep.

Vrije sector

Het liefst kan iedereen (ook de middeninkomens) in de vrije sector sociaal en betaalbaar huren, maar daarvoor moet de inkomensgrens wel omhoog. Tot die tijd streeft BIJ1 ernaar de vrije sector zo betaalbaar mogelijk te maken:

  • De middeninkomensgroep is nu overgeleverd aan de nare veranderlijkheid van de vrije markt. Veel mensen zijn daarom ongeveer de helft van hun inkomen aan huur kwijt. De gemeente begint met het reguleren van de vrije huursector, waardoor de huren in deze sector omlaag kunnen.
  • Er wordt een ‘APK’ ingevoerd voor woningen in de sociale huur- en vrije sector om de kwaliteit te controleren en verzekeren. Ook komt er een onafhankelijk meldpunt voor klachten en misstanden voor huurders in de vrije sector. Zo kunnen zij hun huisbaas aansprakelijk houden voor achterstallig onderhoud, onveiligheid, intimidatie en andere misstanden.
  • BIJ1 pleit voor een brede en voortdurende toepassing van de Wet goed verhuurderschap. Hierdoor kunnen woningzoekenden in de huursector en bestaande huurders beter beschermd worden tegen intimidatie, discriminatie en andere vormen van ongewenst verhuurgedrag.
  • We voeren een verhuurvergunning met kwalificatie-eisen in om huurders te beschermen tegen kwaadwillende verhuurders en afgetakelde woningen.
  • Woningen die voor de middenhuur worden gebouwd, blijven voor altijd middenhuur. Dit geldt ook voor al bestaande middenhuurwoningen.
  • Er moeten meer mogelijkheden komen voor woongroepen en andere afwijkende woonvormen. Dit kan via zelfbeheer of via bestaande (democratische) woningcoöperaties. Hierbij wordt scherp in de gaten gehouden dat deze huizen niet misbruikt worden of voor andere doeleinden worden ingezet.
  • De gemeente gaat in samenwerking met de hoger onderwijsinstellingen tijdelijke huisvesting beschikbaar stellen, om de meeste thuisloosheid onder studenten te voorkomen. Dit is een tijdelijke oplossing. Op de lange termijn wordt ingezet op vaste huisvesting in bestaande gebouwen. Ook wordt de mogelijkheid tot omzetting van leegstaande kantoorgebouwen meegenomen in de gemeentelijke planning.

Toegankelijkheid, veiligheid en duurzaamheid worden prioriteit

  • Bij het afgeven van bouwvergunningen door de gemeente worden toegankelijkheid (volgens het VN-verdrag Handicap), duurzaamheid en een klimaatparagraaf (met eisen voor isolatie, zonnepanelen en groene energie) bepalende factoren.
  • De gemeente gaat erop toezien dat alle loden leidingen in Amsterdamse huurhuizen zo snel mogelijk worden vervangen door loodvrije leidingen. Er wordt druk uitgeoefend op corporaties en particuliere eigenaren om van dit achterstallig onderhoud werk te maken. Daarnaast worden bewoners en bewonersorganisaties van deze woningen actief geïnformeerd over hun rechten op dit gebied. Ook wordt het door de gemeente gestimuleerd om huisbazen hierom voor de rechter te dagen, bijvoorbeeld met hulp van Stichting !WOON.
  • De gemeente stimuleert lokale woningcorporaties om zichzelf democratisch te organiseren. Bewoners krijgen hierdoor direct invloed op het beleid van de corporaties en meer zeggenschap over hun eigen woningen. Het bouwen en beheren van woningen wordt weer de kerntaak van de corporaties, en kapitaalvergroting wordt hierdoor tegengegaan. Op termijn worden woningcorporaties zo woningcoöperaties.
  • Er wordt onderzoek gedaan naar de gevolgen en gevaren van extremer weer, zoals droogte, verlaagde grondwaterstanden en bodeminklinking, voor bestaande (historische) bebouwing. De gemeente treft passende maatregelen om dit tegen te gaan.

Amsterdam beschermt het recht op wonen van al haar inwoners

Racisme en andere vormen van discriminatie op de ‘woningmarkt’ door verhuurders, woningcorporaties, makelaarskantoren en andere partijen worden bestraft door de gemeente. Het Meldpunt Discriminatie Racisme Amsterdam krijgt extra middelen om voorlichting te geven aan bewoners over de mogelijkheden voor het melden van misstanden en om werk te maken van de gemaakte meldingen. De gemeente steunt de informatiecampagne en gaat hardere straffen opleggen aan verhuurders en woningcorporaties die zich schuldig maken aan discriminatie. Ook publiceert de gemeente regelmatig een ‘zwarte lijst’ van verhuurders en woningcorporaties die discrimineren.

  • Huurders die de Nederlandse taal niet goed begrijpen of spreken, moeten beschermd worden tegen racisme en uitsluiting. Dit kan bijvoorbeeld door een tolk toe te kennen in gesprekken met gemeentelijke organisaties en woningcorporaties.
  • De gemeente maakt directe huisuitzettingen op basis van betalingsachterstanden onmogelijk door aanpassing van beleid en actieve handhaving en controle op woningcorporaties.
  • De gemeente zet zich in om jongerencontracten af te schaffen en/of werkt samen met woningcorporaties aan garanties voor jongeren zodat zij niet dakloos worden als hun contract afloopt.
  • De gemeente voorkomt dat mensen dakloos worden na het overlijden van een familielid waarbij ze wonen.
  • Wanneer er sprake is van een betalingsachterstand, mogen inwoners niet worden afgesloten van elektriciteit, gas, water, internet of andere basisrechten. De gemeente gaat dan als bemiddelaar optreden tussen de bewoner en het toeleveringsbedrijf.
  • Leegstaande (gemeentelijke) panden worden beschikbaar voor de ontwikkeling en emancipatie van gemarginaliseerde groepen, zoals kwetsbare jongeren. Deze panden worden ook gebruikt voor de opvang van vluchtelingen en ongedocumenteerden, zoals We Are Still Here.
  • Het recht van Roma en Sinti om in woonwagens te wonen wordt door de gemeente gerespecteerd. Er wordt actief meegewerkt aan het maken en ondersteunen van woonlocaties.
  • Woonwagenbewoners krijgen recht op overerving van standplaatsen. De huidige vermenging van rollen van beheer en handhaving bij woonwagenterreinen wordt uit elkaar getrokken. De gemeente investeert in het maken van meer standplaatsen voor woonwagenbewoners.

Niemand op straat: Amsterdam móét de daklozencrisis serieus nemen

De daklozencrisis wordt steeds erger in Nederland: het aantal daklozen blijft stijgen de afgelopen jaren. En door de coronacrisis is deze groei nog meer toegenomen. BIJ1 stelt het volgende voor:

  • In Amsterdam slaapt niemand op straat: er worden per direct voldoende gratis opvangplekken voor alle dak- en thuislozen gemaakt, dus ook voor mensen die zichzelf redelijk kunnen redden of geen papieren hebben. Iedereen in Amsterdam heeft recht op opvang. Hierbij is persoonlijke vrijheid erg belangrijk.
  • De opvang moet van goede kwaliteit zijn en beschikken over belangrijke voorzieningen voor de tijdelijke bewoners. De opvang moet tijdelijk en kortdurend zijn. Zolang er geen blijvende oplossing (zelfstandig, onder begeleiding of beschermd wonen) komt mag de tijdelijke bewoner in de opvang blijven.
  • In Amsterdam gaan we de housing first-methode, waarbij er eerst voor een huis en dan pas voor de rest gezorgd wordt, toepassen. Deze methode moet geaccepteerd worden als de enige om opvang en zorg te verlenen aan langdurig dak- en thuislozen.
  • De gemeente regelt een aantal gereserveerde slaapplaatsen voor dakloze trans personen, omdat zij niet zonder risico in de gewone opvang kunnen verblijven en daar niet aan hun specifieke behoeften voldaan wordt. Amsterdam draagt als regenboogstad de verantwoordelijkheid om de veiligheid van LHBTIQ+’ers en trans personen te verzekeren.
  • Onze gemeente biedt een veilige plek voor de mensen in de stad die het minste invloed hebben en het meest achtergesteld zijn zoals ongedocumenteerde LHBTIQ+’ers en mensen van kleur, die vaak ook om te overleven sekswerk doen. Wij vinden een gedeeltelijk openbare plek waar de gemeenschap zelf leiding over heeft ideaal, zoals het Amsterdamse T-Huis. Werken naar een toekomstig Regenbooghuis haalt niets weg van de noodzaak voor een T-Huis, omdat de afkeer en verbale agressie onder andere LHBTIQ+’ers vaak nog groot is.
  • De gemeente vangt economisch dak- en thuislozen nu op in onder andere hotels, maar zet deze mensen binnenkort weer op straat. Omdat deze groep nu als ‘zelfredzaam’ wordt gezien, hebben ze geen recht op verdere opvang. Dit is niet acceptabel. De gemeente gaat een plan schrijven op basis van de ideeën van experts (zoals Bureau Straatjurist en MDHG), om deze grote groep mensen te helpen om écht zelfredzaam te worden. In de tussentijd blijft deze groep mensen een onderdak ontvangen om ervoor te zorgen dat hun problemen niet toenemen.
  • De groep dak- en thuislozen afkomstig uit andere EU-lidstaten (zoals uit Oost-Europa) is groot en blijft groeien. Dit is een groep mensen die extra aandacht nodig heeft. Opvang en begeleiding is hard nodig.
  • De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat er meer (echt)scheidingen plaatsvinden. Als gevolg hiervan gebeurt het steeds vaker dat één van de ouders (meestal de vader) gedwongen op straat moet slapen of gedwongen is ver van zijn kinderen te gaan wonen of logeren. Een plek in Amsterdam vinden blijkt vaak onmogelijk. Amsterdam gaat precies voor deze problemen opvang starten die gekoppeld is aan specifieke begeleiding.
  • Amsterdam zorgt voor voldoende ruimte bij cliëntondersteuning door de Straatalliantie (Bureau straatjurist, MDHG en de Daklozenvakbond). Hierdoor kan er ingezet worden op blijvende en oplossingsgerichte ondersteuning van daklozen.
  • Het verdrijven van dak- en thuislozen uit bepaalde wijken, via het instellen van overlastgebieden, wordt gestopt.
  • De gemeente gaat gendersensitief daklozenbeleid opstellen. Dit zal gebeuren op basis van onderzoek naar de problemen van dakloze vrouwen en LHBTIQ+’ers. Hierbij wordt ook om het advies van ervaringsdeskundigen gevraagd. De huidige definitie van dakloosheid is genderneutraal. Maar vrouwen en LHBTIQ+’ers slapen meestal niet buiten of in de opvang omdat dat te gevaarlijk is, waardoor zij niet in de cijfers over dakloosheid voorkomen. De gemeente onderzoekt dakloosheid onder vrouwen en de LHBTIQ+-gemeenschap en werkt op basis van haar onderzoek een aangepaste definitie uit. Op basis van dit onderzoek en de nieuwe definitie zet de gemeente in op beleid om deze specifieke problemen tegen te gaan.
  • Als huisuitzettingen zich tóch voordoen omdat mensen problemen met schulden hebben, dan zorgt de gemeente voor goede opvang zodat die mensen niet dakloos worden.

Ga terug naar het programma overzicht | Ga door naar Armoedebestrijding