Antiracisme en dekolonisatie

Voor een dekoloniaal Amsterdam

Woorden als ‘dekolonisatie’ en ‘inclusie’ worden steeds vaker gebruikt in de politiek. Maar de échte dekolonisatie van Amsterdam, is meer dan alleen het bestrijden van racisme en het verbeteren van inclusiviteit. De excuses die Amsterdam heeft gemaakt voor het slavernijverleden zijn volgens BIJ1 een begin, en niet een einddoel. Ook is kolonialisme niet alleen iets van vroeger. In onze stad merken wij nog steeds koloniale en racistische processen. Zo is het dat de politie mensen van kleur vaker intimideert, etnisch profileert en in gevaar brengt. Een ander voorbeeld is het beleid dat leidt tot gentrificatie. Dat raakt Amsterdammers met een migratieachtergrond en bewoners van de stadsdelen Zuidoost, Nieuw-West en Noord extra hard. Ook is er in het onderwijs steeds meer kansenongelijkheid met racistische en klassistische kenmerken.

Als we het over antiracisme en dekolonisatie hebben, is het heel belangrijk de volgende vraag te stellen: ‘Hoe thuis kun jij je voelen in Amsterdam, als je niet aan de witte standaard voldoet?’ BIJ1 wil dat groepen van kleur en Inheemse bevolkingen hetzelfde worden behandeld als iedereen. BIJ1 wil ook dat zij alle ruimte krijgen om hun cultuur te vieren.

Maar dekolonisatie en antiracisme zien wij niet als onderwerpen die op zichzelf staan. Ze zijn namelijk leidend bij alles wat wij doen. Dekolonisatie en antiracisme lopen dan ook als een rode draad door ons verkiezingsprogramma. Onze politiek is gebouwd op het harde werk van grassroots antiracistische organisaties. Wij eren en erkennen hun strijd. Dit hoofdstuk is daarom geïnspireerd door het werk van onder andere Zwart Manifest, NiNsee, Aralez, Asian Raisins, het Manifest tegen Islamofobie en Oy Vey.

Om de koloniale en racistische processen in Amsterdam te bestrijden, stellen we de volgende standpunten op:

Bestrijding van racisme en discriminatie wordt topprioriteit

  • Etnisch profileren is onacceptabel. Racistisch politiegeweld en etnisch profileren worden aangepakt. Er komen actieve manieren om hier iets tegen te doen, zoals voorlichting en de registratie waarom de politie iemand staande heeft gehouden.
  • Er komt een onafhankelijk meldpunt voor geweld en discriminatie door de politie. Daar kunnen slachtoffers van machtsmisbruik door de politie hun verhaal vertellen en steun ontvangen. Het meldpunt wordt een organisatie van inwoners die met elkaar klachten over de politie beoordelen en uitkomsten bekend maken. Het meldpunt gaat ook onafhankelijk onderzoek doen naar de klachten. Het meldpunt brengt regelmatig verslag uit aan het college en de burgemeester over de resultaten van het onderzoek. Ook geeft het meldpunt advies om machtsmisbruik, racisme, discriminatie en geweld door de Amsterdamse politie sterk terug te dringen.
  • In alle onderdelen van de gemeente krijgt de aanpak van racisme prioriteit. Er komt een speciale adviesraad Gelijkwaardigheid die zich actief bezighoudt met het ophalen van kennis en het geven van (ongevraagd) advies aan de gemeente en politiek over de bestrijding van racisme en andere vormen van ongelijkwaardigheid.
  • Er komt onafhankelijk onderzoek naar racisme en discriminatie binnen de gemeente op alle niveaus, inclusief deelnemingen en de lokale politie. De aanpak en uitvoering van dat onderzoek wordt samen met de inwoners die discriminatie en racisme meemaken opgesteld. Hierdoor hebben de onderzoekers beter zicht op de ervaringen van inwoners en kunnen de inwoners meteen op zoek naar de beste oplossingen.
  • Alle gemeentelijke organisaties zijn in 2026 een weerspiegeling van de etnische diversiteit in de bevolking. Dit is vooral belangrijk voor de hogere niveaus van de gemeentelijke organisatie en de besturen en Raad van Commissarissen van deelnemingen. Er komen daarom streefcijfers voor achtergestelde en gemarginaliseerde groepen zoals vrouwen en mensen van kleur.
  • Discriminatie is een reden om ontslagen te worden binnen de gemeente en haar deelnemingen. Gemeenteambtenaren die discrimineren krijgen een Educatieve Maatregel Discriminatie opgelegd, wat duidelijk maakt waarom discriminatie onacceptabel is en welke gevolgen het kan hebben. Gemeenteambtenaren die daarna alsnog discrimineren worden ontslagen. Hiervoor worden duidelijke regels ingevoerd en gecommuniceerd die gelden voor alle medewerkers van de gemeente.
  • Bedrijven die aan discriminatie doen krijgen een waarschuwing. Nadat het ontdekt wordt komen ze op een ‘zwarte lijst’. De gemeente zal niet (langer) met deze bedrijven samenwerken. Ook wordt deze lijst publiek gemaakt: het tonen en benoemen van bedrijven die zich schuldig maken aan discriminatie wordt de norm.
  • Er wordt een verbod op blackfacing in de Algemene Plaatselijke Verordening gezet. Zwarte Piet is hierdoor niet meer toegestaan in de openbare ruimte en publieke gebouwen. De gemeente stelt straffen op voor scholen en bedrijven die vasthouden aan de racistische karikatuur. Zij zullen hierdoor ook geen subsidie van de gemeente meer krijgen.
  • BIJ1 is het niet eens met het ‘boerkaverbod’, omdat het islamofobe en racistische wetgeving is. Daarom roept BIJ1 de gemeente Amsterdam op om handhavingspersoneel niet in te zetten voor het controleren of inwoners zich aan het ‘boerkaverbod’ houden. Moslima’s hebben net als iedereen een plek in onze stad. Discriminatie van of geweld tegen vrouwen met gezichtsbedekkende kleding wordt dus nergens getolereerd.
  • In buurten met Zwarte gemeenschappen en gemeenschappen van kleur, moeten politieagenten en boa’s stage lopen voordat zij er aan het werk gaan. Hierdoor leren zij de omgeving en cultuur van de wijk kennen. De gemeente ontwerpt de stage-eisen in overleg met de buurt.
  • Een onafhankelijke organisatie controleert de politie op hun optreden tegen en aanpak van racisme en discriminatie. Ook komt er onderzoek naar hoe veilig de werkomgeving is voor Zwarte politieagenten en politieagenten van kleur.
  • Alle ambtenaren die een HR-functie, een leidinggevende functie of een positie ‘aan het loket’ hebben, moeten regelmatig trainingen volgen. Deze trainingen moeten gericht zijn op antiracisme, antidiscriminatie en wit privilege. Hierdoor worden zij zich bewust van de gevolgen van racisme en discriminatie op sollicitatieprocedures en het functioneren van werknemers en organisaties. Deze trainingen moeten uitgevoerd worden door (ervarings)deskundigen uit de Zwarte gemeenschap en andere gemeenschappen van kleur.
  • Amsterdam krijgt een commissie Dekolonisatie op het gebied van openbare ruimte, onderwijs, musea, media, kunst en cultuur. Onder deze commissie vallen onder andere lesprogramma’s en cursussen, een dekolonisatieplan voor de openbare ruimte en informatiecampagnes. Ook houdt de commissie zich bezig met projecten voor de reparatie binnen (Inheemse) gemeenschappen in Amsterdam die hebben geleden onder het kolonialisme.
  • De gemeente voert actief beleid om scholen aan te moedigen om meerdere culturele invalshoeken te laten zien. Scholen laten scholieren door uitstapjes tijdens schooltijd kennismaken met burgerinitiatieven en grassroots organisaties in de stad. Zo leren kinderen meer dan alleen wat er vanuit kapitalistische en koloniale invalshoeken van hen verwacht wordt.
  • Tijdens het onderwijs over het koloniale verleden worden ook de andere verwoestende onderdelen van het slavernijverleden getoond. Bijvoorbeeld, de (culturele) genocide op Inheemse volkeren waar deze geschiedenis mee begon, of de contractarbeid die erop volgde. De contractarbeid gold na 1873 en was bijna even erg als de slavernij, waarbij hele bevolkingen zijn uitgeroeid bij het stichten en behouden van de plantages.
  • Veel geld dat de gemeente inzet voor diversiteits- en participatiedoelen komt niet bij bewoners, maar in de zakken van grote (witte) organisaties en bedrijven. Gemeenteprojecten worden alleen nog voor, door en met doelgroepen opgezet. We accepteren het niet meer dat organisaties en bedrijven zich mooier voordoen dan ze zijn.
  • Er wordt gegarandeerd dat de Masterplannen Zuidoost, Nieuw-West en Noord vanuit de bewoners worden georganiseerd. Zo wordt voorkomen dat deze projecten uitgroeien tot verborgen gentrificatie. Deelnemende organisaties, zoals politie en woningcorporaties, zijn het startpunt van deze Masterplannen door te kijken naar hun rol in het in stand houden van institutioneel racisme.

Racistische terreur wordt aangepakt

  • Racistische terreur wordt niet meer geaccepteerd. Racistische aanvallen, waaronder aanvallen op synagogen en moskeeën, worden keihard bestreden. Alle gebedshuizen die leiden onder racistische, islamofobe of antisemitische dreiging krijgen de beveiliging die nodig is. Dit wordt volledig vergoed door de gemeente.
  • De gemeente voert een communicatiecampagne voor Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA) zodat inwoners beter weten waar zij terecht kunnen en waarvoor. Het MDRA krijgt de opdracht om samen te werken met zelforganisaties van groepen die slachtoffer zijn van discriminatie en racisme.
  • Het wantrouwen naar islamitische scholen toe stopt. Vanuit de wet moeten zij dezelfde behandeling krijgen als andere scholen. BIJ1 staat niet toe dat hiervan wordt afgeweken.
  • De gemeente zoekt contact met scholen om geen gebruik meer te maken van verkeerde ‘verjaardagsliedjes’ zoals Hanky Panky Shanghai.
  • Amsterdam pakt discriminatie op de arbeids- en woningmarkt aan door vaker mystery guests in te zetten. Het plan hiervoor bespreekt Amsterdam met experts op het gebied van antiracisme, inclusief ervaringsdeskundigen.
  • De gemeente zal zich actiever moeten inzetten tegen discriminatie in het uitgaansleven. Dit gaat over discriminatie tussen mensen en óók door het management van de uitgaansgelegenheden. De huidige aanpak met mystery guests wordt uitgebreid. Het uitvoeren van de oplossingen die uit onderzoeken naar discriminatie in het uitgaansleven zijn gekomen, wordt versterkt.
  • Amsterdam geeft voorrang aan de ondersteuning van zelforganisaties van (migranten)gemeenschappen van kleur en grassroots antiracistische en dekoloniale organisaties. Deze ondersteuning gaat ook over het beschikbaar stellen van gemeentelijk vastgoed. Ook gaat het samen met strenge eisen voor diversiteitsmanagers en ambtenaren binnen de gemeente die over dit onderwerp gaan.
  • Slachtoffers van racistisch (politie)geweld, zoals Kerwin Lucas, krijgen een gedenksteen.

Herdenking en rechtsherstel

  • Amsterdam koppelt herstelbetalingen aan de aangeboden excuses voor het koloniale verleden. De gemeente begint en leidt conferenties over dit onderwerp tussen henzelf, grote erfgenamen van koloniaal kapitaal, banken, kerken en andere medeplichtige organisaties. Samen met deze partijen start Amsterdam een fonds op voor teruggave en herstelbetalingen.
  • Amsterdam erkent de Indonesische onafhankelijkheidsdatum (17 augustus 1945) en start het proces van rechtsherstel voor de Indische gemeenschap dat hierbij hoort.
  • Amsterdam erkent de genocide van Inheemse volken die plaats heeft gevonden in de voormalige koloniën en onderzoekt haar verantwoordelijkheid in de culturele en fysieke genocide van Inheemse gemeenschappen. Onderzoeksresultaten worden gedeeld en er komt aandacht voor in musea en onderwijs.
  • De gemeente focust op empowerment van de jeugd die een verbinding heeft met de Nederlandse slavernijgeschiedenis. De gemeente houdt hierbij rekening met de punten die hierboven genoemd zijn. Deze empowerment gebeurt via specifieke acties op het gebied van cultuur, opleiding, dialoog en verbinding binnen de gemeenschap. In het bijzonder focust Amsterdam op de mogelijke verbinding met samenvallende doelen van het Masterplan Zuidoost. De jeugd moet hierin mee kunnen beslissen en een actieve rol krijgen.
  • Ook blijft de gemeente onderzoek doen naar haar rol in de slavernij en het koloniale verleden. Hierbij richt zij zich niet alleen op de slavernij, maar besteedt de gemeente ook aandacht aan de contractarbeid.
  • De resultaten van de onderzoeken en de inhoud en conclusies van de conferenties met medeplichtige organisaties worden gepubliceerd. Dit vergroot de transparantie en kan gebruikt worden voor het onderwijzen van alle Amsterdammers.
  • De gemeente gaat onderzoeken hoe ouderen van kleur, zoals Aziatische ouderen en Surinaamse ouderen, effectief ondersteund moeten worden. Dit onderzoek heeft een speciale focus op de (bestrijding van) uitsluitingsmechanismen waar deze gemeenschappen last van hebben. Hierbij is aandacht voor het aankaarten van taalproblemen bij het gebruiken van zorg, armoedeproblemen en het tegengaan van eenzaamheid. Amsterdam krijgt hierbij advies van experts uit de gemeenschappen zelf.
  • Amsterdam gaat een voorbeeldfunctie vervullen met betrekking tot dekolonisatie. De gemeente oefent druk uit op de Rijksoverheid en andere gemeenten als het gaat om hun verantwoordelijkheid voor hun aandeel in het slavernijverleden, de koloniale bezittingen en de daaraan gekoppelde excuses en herstelbetalingen.
  • Er worden informatiebordjes geplaatst bij straatnamen die zijn vernoemd naar koloniale schurken, zoals de Witte de Withstraat en de Pretoriusstraat. Bewoners worden aangemoedigd om mee te denken over het wijzigen van deze straatnamen. Beelden van koloniale figuren krijgen een nieuwe bestemming in musea. Kunstenaars en experts met wortels in de voormalige koloniën en buurtbewoners mogen een beslissende mening geven over de nieuwe invulling van de vrijgekomen plaats. Ook ontwikkelt Amsterdam een informatieprogramma in samenwerking met experts zoals Koloniale Sporen in mijn Buurt en The Black Archives.
  • De gemeente roept Keti Koti uit tot gedenkdag. De gemeente stelt leerzame programma’s op en stelt 1 juli in als vrije dag voor al haar werknemers.
  • Er komt een gemeentelijk museum over de slavernij, inclusief de contractarbeid die gold na 1873, en de rol die Amsterdam hierin speelde. Dit museum bestaat onafhankelijk van het pas aangekondigde Suriname Museum. De geschiedenis van Suriname gaat namelijk over meer dan alleen slavernij. Als het Slavernij Museum samengevoegd moet worden met een ander museum dan zou dat volgens BIJ1 het Amsterdam Museum moeten zijn. Slavernij is namelijk ook de geschiedenis van Amsterdam en niet alleen van Suriname.
  • Het gemeentelijk slavernijmuseum krijgt een uitgebreid onderwijsprogramma gericht op het basis- en voortgezet onderwijs, volledig vergoed door de gemeente.
  • Het cultureel welzijn van Afro-Caribische Nederlanders krijgt prioriteit. Dit gebeurt bijvoorbeeld door de kennis van het slavernijverleden en in het bijzonder de doorwerking ervan een belangrijke plek te geven in het onderwijs en culturele instituties. Niet begrepen worden, niet vertegenwoordigd zijn, geen specifiek aanspreekpunt hebben voor de historisch groepsgebonden problemen, het is allemaal in het nadeel van wat het NiNsee het cultureel welzijn van Afro-Caribische Nederlanders genoemd heeft.
  • De 4 mei-herdenking is in de basis nationalistisch en onvolledig, en dus racistisch. De gemeente eist een radicaal gelijkwaardige en rechtvaardige dodenherdenking met aandacht voor álle slachtoffers en álle verzetsstrijders. Dit geldt zowel voor Joden, Roma en Sinti, als voor Indonesische, Molukse, Surinaamse en andere geraakte groepen. Verbinding wordt door hen gezocht met andere groepen die in het heden en verleden te maken hebben (gehad) met vervolging en gevaarzetting, om samen vooruit te zien. Daarnaast krijgen daders nu te veel aandacht bij het herdenken van latere militaire missies waar Nederland deel van uitmaakte. Dit moet anders.

Amsterdam eert Inheemse gemeenschappen

Veel van de crises die we vandaag de dag beleven - zoals de coronacrisis, de klimaatcrisis en de biodiversiteitscrisis - tonen de koloniale denkbeeldige grens tussen mens en natuur. Inheemse culturen kennen deze grens niet en beschikken over eeuwenoude wijsheid en oplossingen. Daarbij ligt de nadruk bij ‘diversiteitsbeleid’ vaak op diversiteit op het gebied van nationaliteit, en is er geen oog voor Inheemse identiteit. Ook daarom moeten deze gemeenschappen actief ondersteund worden:

  • Er komt een Inheems kenniscentrum in de stad. Dit wordt een belangrijke plek voor kennis over de prekoloniale wijsheid en kosmovisies van Inheemse volkeren. Uiteraard krijgen Inheemse gemeenschappen een beslissende rol bij het opzetten en besturen van dit centrum, om toe-eigening te voorkomen. Daarnaast geeft de gemeente gehoor aan oproepen tot solidariteit met en door Inheemse volken, zoals de Free Papua Movement.
  • Leden van Inheemse gemeenschappen kunnen vandaag de dag nergens echt hun cultuur vieren in Amsterdam. Naast kerken, moskeeën en synagogen moeten er beschermde plaatsen zijn waar deze gemeenschappen hun cultuur en religie veilig kunnen beoefenen. Er moet daarnaast erkenning komen voor de manier waarop Inheemse culturen en religies door witte instituties door de eeuwen heen zijn gedemoniseerd.
  • De klimaatcrisis raakt wereldwijd vooral mensen die hier het minste schuld aan hebben, in het bijzonder Inheemse gemeenschappen, Zwarte gemeenschappen en gemeenschappen van kleur. De aanpak van de klimaatcrisis, en met name het gemeentelijk beleid, moet antikoloniaal en antiracistisch zijn. Milieu- en sociale rechtvaardigheid moeten het doel zijn. De gemeente vraagt Inheemse experts om advies voor haar klimaatbeleid. Bedrijven en multinationals die niet structureel verduurzamen worden aansprakelijk gesteld voor schade en misdaden tegen mens, natuur en het milieu.

Amsterdam heeft nooit tolerantie voor nazisme en moslimhaat

  • Meldingen van anti-Joods, anti-Zwart, anti-Aziatisch en anti-moslim geweld worden net als anti-LHBTIQ+ geweld voortaan besproken in de veiligheidsdriehoek.
  • We stellen een eerlijke definitie van antisemitisme op binnen de gemeente, zodat klassiek-nazistische denkbeelden en complottheorieën over Joden op de juiste manier kunnen worden aangepakt. BIJ1 maakt echter wel een duidelijk onderscheid tussen antisemitisme en antizionisme, want dat laatste beschouwen wij als legitiem verzet tegen de apartheid en mensenrechtenschendingen van de staat Israël. De veelgebruikte IHRA-definitie en de (betere) Jerusalem Definition of Antisemitism (JDA) hebben problematische kanten en centreren de staat Israël. De eerlijke definitie van antisemitisme die wij voorstaan zou door de gemeente worden opgesteld in nauwe samenwerking met verschillende Joodse en antiracistische organisaties.
  • De gemeente pleit voor een alternatief Meldpunt Antisemitismeonder MDRA - de samenwerking met CIDI wordt per direct verbroken. Deze organisatie hanteert een onterechte definitie van antisemitisme (deIHRA-definitie) die Israël-kritische geluiden uitsluit. Ook verspreidt CIDI verkeerde informatie over het koloniale beleid van Israël.
  • De gemeente gaat zich inzetten voor volledig en eerlijk onderwijs over de rol en het aandeel van Amsterdam, de gemeente en de politie in de Holocaust. Hiervoor wordt een plan opgesteld voor musea, het onderwijs en ook de instituten waar het om gaat (de gemeente zelf en de politie).
  • Alleen musea mogen in het bezit zijn van nazi-attributen. Privébezit en handel worden verboden, tenzij iemand een vergunning heeft.
  • Amsterdam erkent moslimhaat als een specifieke vorm van structureel racisme en discriminatie (zoals ook van toepassing op antisemitisme) en gebruikt dit in de werkwijze en administratie van het meldpunt voor discriminatie en in de navolging van meldingen. Er komt speciale aandacht voor het garanderen van een juiste registratie van moslimhaat.
  • De gemeente draagt zorg voor de juiste juridische benadering van moslimhaat.
  • Amsterdam voert een lokaal beleid tegen moslimhaat dat wordt vormgegeven met advies van experts, bijvoorbeeld geïnspireerd op het Barcelonamodel. Amsterdam stelt subsidie beschikbaar voor organisaties en experts die moslimhaat bestrijden. Op basis hiervan worden duidelijke richtlijnen opgesteld die alle gemeentelijke instanties, inclusief deelnemingen van de gemeente, moeten gebruiken.
  • De gemeente Amsterdam moet doordrongen zijn van het gelijkwaardigheidsprincipe in het contact met Roma, Sinti en woonwagenbewoners. Het uitsterfbeleid tegen Roma, Sinti en woonwagenbewoners mag dan van tafel zijn, de stigmatisering van deze gemeenschappen door de gemeente is dat niet. Er wordt geïnvesteerd in het behouden en stimuleren van hun culturen.

Amsterdam staat voor internationale solidariteit en rechtvaardigheid

  • De gemeente gaat geen stedenbanden of internationale samenwerkingen aan met overheden of overheidsinstellingen van landen die gebieden volgens internationaal recht illegaal koloniseren en/of oorspronkelijke volkeren onderdrukken. Ook neemt de gemeente geen deel aan handelsmissies naar die landen. De samenwerkingen die al bestaan, zoals die met Tel Aviv, worden direct verbroken.
  • We willen een einde maken aan Nederland als belastingparadijs voor wapenproducenten en de industrie voor militaire technologieën. Dit doen we door het tegengaan van de vestiging van wapenbedrijven in onze gemeente - ongeacht of dit een brievenbusfirma of kantoor is, of een andere vorm heeft.
  • We handhaven de VN-lijst van bedrijven die bijdragen aan de illegale Israëlische nederzettingen en die klimaatwetgeving overtreden streng. We controleren bedrijven die zich in de gemeente willen vestigen op hun ethische gedrag.
  • De gemeente gaat geen banden aan met bedrijven die handelen in strijd met de OESO-richtlijnen of United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights. Deze richtlijnen worden strenge voorwaarden voor aanbestedingen, subsidies en alle andere vormen van samenwerkingen of contracten die de gemeente aangaat.
  • De gemeente gaat zorgvuldig na welke samenwerkingsverbanden zijn aangegaan met internationale bedrijven en leveranciers in het kader van Amsterdam inbusiness. Samenwerkingen met bedrijven die banden hebben met en/of bijdragen aan de onderdrukking van mens of planeet moeten opgezegd worden.

Ga terug naar het programma overzicht | Ga door naar Wonen