Over de kwestie Palestina-Israël en antisemitisme

Over de kwestie Palestina/Israël en antisemitisme — van de fractie en het Amsterdamse bestuur

BIJ1 gaat uit van twee grondwaarden: radicale gelijkwaardiheid en economische rechtvaardigheid. Vanuit deze grondwaarden spreekt het voor ons vanzelf dat we ons inzetten tegen antisemitisme en jodenhaat, zoals we dat ook doen tegen andere vormen van racisme, tegen stigmatisering en uitsluiting van moslims, migranten, mensen van kleur, vluchtelingen en andere groepen als lhbtq+ mensen en mensen met een beperking.

Tegelijk gelden voor ons deze grondwaarden ook als het gaat om de rechten van Palestijnen, en we vinden het horen tot onze taak om duidelijk stelling te nemen tegen de politiek van de staat Israël die deze rechten met voeten treedt.

We hebben als deelnemende partij in de Amsterdamse gemeenteraad regelmatig te maken met kwesties waarbij deze twee voor ons niet tegenstrijdige maar in elkaars verlengde liggende waarden met elkaar in botsing lijken te komen, of met elkaar worden verward: voor ons zijn de rechten van joden om in ons land in vrijheid en veiligheid te kunnen leven niet in strijd met hetzelfde streven van Palestijnen om in hun land in vrijheid en veiligheid te kunnen leven. We verzetten ons dan ook tegen georkestreerde pogingen om het opkomen voor de rechten van Palestijnen gelijk te schakelen aan antisemitisme. Het gaat daarbij niet alleen om de rechten van twee verschillende groepen mensen, het gaat ook om de bescherming van onze democratische waarden, voor het internationale recht, het principiële opkomen voor de mensen- en burgerrechten van wie dan ook, en voor de vrijheid van meningsuiting: het is een groot goed dat we in Nederland openlijk mogen protesteren tegen onrecht.

Ons uitgangspunt daarbij is dat protest tegen de politiek van de staat Israël meer dan gerechtvaardigd is. Onze stellingname daarbij blijft geheel binnen de grenzen van de wet, binnen de normen van wat we onder democratie verstaan — zie artikel 1 van onze Grondwet — en binnen de internationaal afgesproken verdragen. We zeggen niet dat Israël op moet houden te bestaan. We zeggen wel dat het hoog tijd wordt dat Israël het internationale recht en de democratische waarden eerbiedigt. Waarmee het, net als Zuid Afrika destijds, een ander land wordt, dat zeker.

Tegelijk vinden we het uiterst belangrijk om waakzaam te blijven dat antisemitisme niet opnieuw de kop op steekt. Daartoe is het belangrijk dat extreem-rechtse en neonazistische groeperingen worden gemonitord, dat er aandacht is in het onderwijs voor de geschiedenis van de jodenvervolging en de gevolgen van antisemitisme, en dat vooroordelen over joden, ook in de media, niet worden getolereerd. We zijn ook geen voorstanders van het opheffen van bijzonder onderwijs.

Dit statement is bedoeld om helderheid te verschaffen in een kwestie die in Nederland aanleiding is tot controverse en wederzijdse beschuldigingen. We beginnen dit statement met een verklaring waarom wij vinden dat kritiek op de politiek van de staat Israël niet alleen geoorloofd is, maar meer dan dat: uit oogpunt van rechtvaardigheid ook noodzakelijk.

Waarom het zo moeilijk blijkt om over de kwestie Palestina/Israël te spreken

Het is niet eenvoudig om een zinnige discussie te voeren over de kwestie Palestina/Israël zonder dat de emoties hoog oplopen. De reden daarvoor is dat er onderhuids paradigma’s meespelen, waardoor we langs elkaar heen spreken. In grote lijnen zijn er drie paradigma’s te onderscheiden:

Paradigma 1: Israël is een klein land, een toevluchtsoord voor de joden, de overlevenden van de Shoah, een land dat zich staande moet houden in een vijandige, Arabische omgeving.

Paradigma 2: Joodse Israëli’s en Palestijnen vechten om het zelfde stukje land, en zijn geen van beiden bereid tot compromissen. Met andere woorden: waar er twee vechten hebben er twee schuld.

Paradigma 3: Israël is een koloniale en bezettende mogendheid, die de inheemse Palestijnse bewoners van het land bij de stichting van de staat heeft onteigend en verdreven, en nog steeds doorgaat met die etnische zuivering.

Deze tegenover elkaar staande paradigma’s gaan dus over de vraag wie de hoofdverantwoordelijken zijn voor de ontstane situatie in het land dat vroeger Palestina heette en nu Israël wordt genoemd.

Het is duidelijk dat wij ons bekennen tot paradigma 3. Dat is geen ontkenning van de grote rol die jodenvervolging heeft gespeeld in het ontstaan van de staat Israël, en ook geen ontkenning van het uitgangspunt dat joden recht hebben op bescherming en veiligheid. Maar we kunnen ook niet ontkennen dat de stichting van de staat Israël rampzalige gevolgen heeft gehad voor een ander volk dat geen enkele schuld treft voor het leed dat de joden in Europa is aangedaan. We geloven daarom ook niet dat Israël op deze wijze door kan gaan, en we zijn er ook niet van overtuigd dat er geen betere methoden zijn om antisemitisme tegen te gaan. We sluiten ons aan bij de hoogleraar in Joodse Studies Steven Beller, die stelt dat het een betere strategie is om mee te werken aan een maatschappij waarin verschil mag bestaan, en kleine minderheden zoals de joden beschermd worden door een consensus waarbij de meerderheid er ook voor zorgt dat de rechten en belangen van minderheden worden gerespecteerd. Die opvatting delen we ook met de joodse organisaties zoals in de VS the Jewish Voice for Peace, die vinden dat Israël op de verkeerde weg is en niet namens hen spreekt. En met soortgelijke groepen in alle westerse landen, zoals in Nederland Een Ander Joods Geluid.

Het zionisme, het streven naar een joodse staat, was eens onder joden in Europa een niet erg populaire politieke stroming. Dat het uiteindelijk een enorme overwinning heeft behaald en met behulp van de westerse mogendheden een staat kon vestigen in het land dat Palestina heette is zonder twijfel het gevolg van de enorme misdaad die de joden (en andere groepen als Roma en Sinti) onder het Duitse nazisme werd aangedaan. Het is begrijpelijk dat zionisten zochten naar een oplossing die voor eens en altijd een einde zou maken aan het antisemitisme. Maar wat in paradigma 1 wordt weggelaten, is dat de ‘oplossing’ ten koste is gegaan, en nog gaat, van een ander volk. Israëlische historicus Ilan Pappé beschrijft het zo: zionisme ontstond als een streven naar een veilige vluchthaven voor de joden die het slachtoffer werden van het Europese antisemitisme. Maar aangezien de plek die daartoe werd gekozen al bewoond werd, werd het zionistische streven een project van ‘settler colonialism’. In vroegere dergelijke projecten zoals in Amerika en Australië leidde het settler colonialism tot genocide op de inheemse bevolking, in Palestina leidde het tot een eindeloos proces van etnische zuivering, dat tot op de dag van vandaag doorgaat. Wat wil zeggen dat de Palestijnen die tussen 1947 en 1949 zijn gevlucht niet meer terug mochten komen, en dat Palestijnen op steeds kleiner terrein worden teruggedrongen, hun grond en hun huizen hun worden afgenomen, zoals op de Westoever, of dat ze zijn opgesloten in de grootste openluchtgevangenis ter wereld: Gaza, waar twee miljoen Palestijnen moeten leven op een stukje land ter grootte van twee keer Texel.

Het is duidelijk waar wij als BIJ1 staan. We gaan er van uit dat de kwestie Palestina/Israël het best te framen is als een koloniaal project, met desastreuze gevolgen, omdat dit project nog steeds gedoogd en ondersteund wordt door de grootmachten van de westerse wereld. We citeren The Rights Forum:

“De Palestijnen zijn niet bij machte hun rechten af te dwingen. Daarvoor zijn zij aangewezen op de steun van de derde belangrijke partij in de kwestie: de internationale gemeenschap. Die beperkt zich echter tot het op papier eindeloos herbevestigen van de Palestijnse rechten. Voor het daadwerkelijk beschermen daarvan ontbreekt, ook bij Nederland, tot op de dag van vandaag de politieke wil. Daarmee is de internationale gemeenschap medeverantwoordelijk voor het voortbestaan van de kwestie. Anders dan een wijdverbreide voorstelling van zaken wil, is er in de kwestie-Palestina/Israël geen sprake van twee partijen die in vergelijkbare mate inbreuk maken op elkaars rechten. De kern van de kwestie is de Israëlische bezetting en kolonisering van Palestijns gebied, die gepaard gaat met schendingen van een scala aan rechten van de overheerste Palestijnse bevolking. Dat ook Palestijnen zich schuldig maken aan schendingen van het recht is evident, maar staat in geen verhouding tot de Israëlische onderdrukking van miljoenen Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever, in Oost-Jeruzalem en in Gaza.”

De politiek van de staat Israël

Israël heeft geen grondwet die de gelijkheid voor de wet van alle inwoners, ongeacht etniciteit of religie garandeert. Integendeel. Israël is gedefinieerd als een joodse staat, waarbij joden nadrukkelijk meer burgerrechten hebben dan niet-joden. Zo kan elke jood waar ook ter wereld, ook die nog nooit in Israël is geweest, eenvoudig staatsburgerschap verwerven in het kader van ‘het recht op terugkeer’. Terwijl diezelfde wetten er voor zorgen dat Palestijnen, ook zij die er generaties hebben gewoond, niet terug mogen keren als ze eens gevlucht zijn. Ook zijn er wetten die er specifiek op gericht zijn om zoveel mogelijk land te onttrekken aan de Palestijnse eigenaren, en tot staatsgrond te verklaren die alleen door joden gebruikt mag worden. Palestijnen met Israëlisch staatsburgerschap krijgen vaak geen vergunning om een huis te bouwen op de grond die officieel nog van hen is. Er zijn wetten die maken dat Palestijnse staatsburgers niet kunnen wonen in alleen voor joden bestemde delen van oude en nieuwe steden.

Palestijnen zijn in Israël zelf om ‘veiligheidsredenen’ uitgesloten van een reeks van beroepen. De werkloosheid onder Palestijnse burgers is dan ook veel hoger dan onder joden. Joodse steden hebben aanzienlijk meer gemeentepersoneel. Palestijnen krijgen een veel kleiner deel van het gezondheidsbudget. De zuigelingensterfte is onder Palestijnen vier keer zo hoog als onder joden. Palestijnse dorpen en steden hebben door de onteigening van grondgebied veel moeite om uit te kunnen breiden. Daarentegen worden er nog steeds nieuwe joodse gemeenschappen bijgebouwd, onder andere als nederzettingen op de Westoever. Er zijn géén wetten die gelijke behandeling garanderen.

Dit gaat alleen over de miljoen Palestijnen die in Israël zelf wonen. Op de Westoever worden de nederzettingen steeds verder uitgebreid, en de Palestijnse bevolking op steeds kleinere enclaves bijeengedreven. Het is geen geheim meer dat het de bedoeling is om de nederzettingen te annexeren, wat feitelijk in de praktijk al is gebeurd. Jeruzalem word gestadig ‘gejudaiseerd’, dat wil zeggen dat Palestijnen in Oost Jeruzalem uit hun huizen worden gezet, die vervolgens joodse inwoners krijgen. Het wordt voor Palestijnen die nog in Jeruzalem wonen steeds moeilijker gemaakt, omdat ze onder andere hun residentierechten kunnen verliezen als ze werk zoeken buiten de stadsgrenzen. En in de Gazastrook zitten twee miljoen Palestijnen opgesloten, die een vergunning nodig hebben om de strook te verlaten of weer binnen te komen, die maar in zeldzame gevallen wordt verstrekt. De beperking van de invoer van goederen als grondstoffen en het verbod op export, maakt dat er nauwelijks meer van eigen productie sprake is. De Palestijnse economie is verwoest, meer dan de helft van de bevolking is werkloos, wat betekent dat een groot deel van de bevolking afhankelijk is van externe voedselhulp, voornamelijk van de UNRWA, de VN. Door een gebrek aan elektriciteit werken de pompen van de riolering niet voldoende, het water vervuilt, en is binnenkort ondrinkbaar. De landbouwgrond die er in het overbevolkte Gaza nog over is, wordt voor een groot deel ontoegankelijk gemaakt als het dichtbij de grens met Israël ligt. Vissers mogen nog maar op een kleine strook water de zee in. Dan hebben we het nog niet gehad over de massieve verwoestende aanvallen op Gaza, waarbij zo veel van wat met internationale hulp was opgebouwd weer werd vernietigd, en duizenden mensen het leven lieten.

Die situatie binnen het land dat onder het gezag van Israël staat, dus inclusief Oost-Jeruzalem, de Westoever en de Gazastrook, is onmenselijk en valt op geen enkele manier te verdedigen. Het is dus duidelijk dat BIJ1 zich terug vindt in paradigma 3. We vinden het zeer gerechtvaardigd om tegen de bezettingspolitiek van Israël stelling te nemen, en vinden dat iedereen die democratische waarden, mensenrechten en gelijkwaardigheid hoog in het vaandel heeft dat ook zou moeten doen.

Is dat hetzelfde als ‘Israël willen vernietigen’ zoals de aanhangers van paradigma 1 zo vaak beweren? Dat is het niet. We gaan er van uit dat Israël een werkelijk democratische staat kan worden, met gelijke burgerrechten voor alle inwoners ongeacht etniciteit of religie, dat de bezetting moet worden opgeheven en het internationaal recht moet worden geëerbiedigd. Het is niet te verdedigen dat er twee rechtssystemen zijn, een voor joden en een voor Palestijnen.

BIJ1 en het Amsterdamse Joodse Akkoord

Op 6 maart 2018 ondertekende het grootste deel van de Amsterdamse politieke partijen het Amsterdamse Joodse Akkoord, een manifest dat partijen en politici opriep om hun verantwoordelijkheid te nemen ten opzichte van antisemitisme in de stad. Het was duidelijk dat BIJ1 deze oproep in algemene zin had kunnen onderschrijven. Toch hebben we als partij besloten dat manifest niet te ondertekenen, en dat legden we uit in een brief: de definitie van antisemitisme die in de brief werd gehanteerd was gebaseerd op een voorstel van het IHRA, de International Holocaust Remembrance Alliance, waarin ook kritiek op de politiek van de staat Israël gezien kan worden als antisemitisme. In de gepubliceerde brief stelden wij:

1. Wij vinden het belangrijk om te benadrukken dat wij ons inzetten voor alle bevolkingsgroepen die worden bedreigd, uitgesloten of gediscrimineerd, joden zowel als moslims of andere groeperingen, en geven de voorkeur aan statements die benadrukken dat het niet om aparte bevolkingsgroepen gaat maar om de veiligheid en vrijheid van iedereen die doelwit is van discriminatie.

2. Wij zullen ons te allen tijde verzetten tegen jodenhaat, maar wij hebben bezwaar tegen de formulering van de door de Europese Unie gelanceerde definitie van antisemitisme. Daarin wordt onvoldoende onderscheid gemaakt tussen antisemitisme en kritiek op de politiek van de staat Israël. Het is niet voor niets dat die definitie slechts door twee Europese lidstaten is overgenomen, en in Nederland in 2017 door het kabinet is besloten deze definitie niet in de wetgeving op te nemen. Met mensenrechtenverdragen en internationaal recht als norm hechten wij aan de vrijheid om kritiek uit te mogen oefenen op de huidige politiek van de staat Israël.

Het is geen geheim dat er een politieke strijd gaande is, waarbij de Israël lobby in alle westerse landen de taak op zich heeft genomen om de gangbare definitie van antisemitisme zo ver op te rekken dat kritiek op de politiek Israël daar ook onder valt. Zoals Jaap Hamburger van Een Ander Joods Geluid dat omschreef:

‘Het belangrijkste bezwaar tegen de inhoud van die definitie gaat ons allen aan, en niet alleen in Amsterdam. Dat bezwaar is dat in die definitie het schot tussen antisemitisme en kritiek op het beleid van de staat Israël wordt afgebroken. Als het principe van dit onderscheid eenmaal wordt losgelaten, staat de deur open voor inperking van de vrijheid van meningsuiting, onder het voorwendsel dat er sprake is van ‘antisemitisme’. Deze mogelijkheid in het leven te roepen, is precies de reden dat de Israël lobby in Nederland op vele fronten een fel offensief voert om de definitie een wettelijke status te geven of op een andere wijze tot een politiek-maatschappelijke norm te maken. Het staat als een paal boven water dat men de definitie onmiddellijk zal misbruiken om elk pleidooi voor boycot, desinvesteren en sancties als antisemitisch te stigmatiseren en te criminaliseren.’

BDS en antisemitisme

Neem de internationale BDS beweging. In 2005 hebben 171 maatschappelijke Palestijnse organisaties opgeroepen tot vreedzaam verzet tegen Israël. Het is een oproep tot boycot, desinvesteren en sancties (BDS) tegen Israël totdat het haar verplichtingen ten aanzien van de Palestijnen, conform het internationaal recht, nakomt. (Zie DocP)

Dit zijn de doelstellingen van de BDS beweging:

1. Het beëindigen van de bezetting (en het koloniseren) van het Arabisch gebied dat in juni 1967 bezet werd (VN Resolutie 242) en het afbreken van de (illegale) muur ;

2. Het erkennen van de fundamentele rechten en de volledige gelijkwaardigheid van de Arabisch-Palestijnse inwoners van Israël (VN Verdrag tegen Apartheid);

3. Het respecteren, beschermen en promoten van de rechten van Palestijnse vluchtelingen om terug te keren naar hun huizen en bezittingen (VN Resolutie 194).

Let wel: al deze eisen vallen binnen de normen van het internationaal recht. (Zie hiervoor ook het dossier van The Rights Forum). De gebruikte strategie, het boycotten van producten uit Israël en de weigering om samen te werken valt ook geheel binnen democratisch erkende want vreedzaam verzet. Toch was te voorspellen dat de pijlen van de Israël lobby gericht zouden worden op iedereen die zich niet nadrukkelijk distantieert van de BDS beweging. Zo werd ook GroenLinks, die op een congres op 16 januari 2019 een resolutie aannam waarin de partij opkomt voor de vrijheid van activisten om met boycotacties Israël er toe te bewegen het internationale recht te eerbiedigen, ervan beschuldigd ‘achter de vernietiging van de Joodse staat te staan’. Ook BIJ1wordt sinds wij het akkoord niet wilden ondertekenen, ondanks onze uitleg, als antisemitische partij geframed. Het spreekt vanzelf dat wij dit volstrekt afwijzen. Om het nog anders te zeggen: de weigering om geen Israëlische aardappels te kopen bij Albert Heijn is legitiem. Die aardappelen zijn niet joods, ze zijn Israëlisch.

Kortom:

We gaan er consequent van uit dat we in Nederland, en in Amsterdam, moeten zorgen dat geen ‘minderheid’ wordt gediscrimineerd, uitgesloten of bedreigd, en dat instituties die doelwit zijn van haatacties worden beschermd, of dat nu joodse of islamitische scholen, synagogen of moskeeën zijn. Dat mensen zichzelf mogen zijn, ook in het openbaar, of dat nu gaat om het dragen van keppeltjes of een hijab. We gaan er van uit dat we ons als stad inzetten voor de vrijheid van alle groepen van mensen die gemarginaliseerd zijn. En dus zeer nadrukkelijk ook van joden.

We spreken ons dus nadrukkelijk uit om waakzaam te zijn tegen opnieuw de kop opstekend antisemitisme, en vooral om de rechtsextremistische groepen te blijven monitoren. Waar joodse instellingen zoals synagogen bedreigd worden staan wij geheel achter betere beveiliging. We komen ook op voor het recht van joden om hun godsdienstige gebruiken te eerbiedigen, in het openbaar als joden zichtbaar te mogen zijn, hun eigen instellingen zoals scholen te mogen blijven handhaven, en door de overheid ondersteund moeten worden in het openlijk herdenken van de Shoah.

Tegelijk gaan we er van uit dat we niet alleen het recht hebben maar ook de plicht om op te komen voor de rechten van Palestijnen, en er bij de staat Israël, maar ook bij onze eigen regering op aan moeten dringen dat het internationaal recht er is om geëerbiedigd te worden. Ook door Israël.

De reden dat we ons druk maken over de koloniale politiek van Israël, zoals we dat in Nederland ook eens gedaan hebben met de Zuid Afrikaanse strijd tegen de apartheid, is tweeledig. We voelen ons bij Israël betrokken vanwege een gedeelde geschiedenis. Als Europees land zijn we medeplichtig aan de Shoah, of op zijn minst heeft Nederland te weinig gedaan om de jodenvervolging tegen te gaan. Dat mag geen reden zijn om nu een ander volk tot slachtoffer te maken.

Daarnaast is het ook Israël zelf dat zich tracht te profileren als een Europees land (zie Songfestival en EK voetbal) en een beroep doet op onze vanzelfsprekende solidariteit. We zijn medeplichtig gemaakt aan de politiek van Israël, en dat maakt ons extra verantwoordelijk. En ja, we zijn zeker van mening dat Israël niet het enige land is waar het internationaal recht wordt geschonden, en andere landen horen daar net zo goed op aangesproken te worden. Wij horen ook in ons eigen land de hand in eigen boezem te steken waar het gaat om het handhaven van internationaal recht en mensenrechten.

Deze verklaring is opgesteld door het bestuur van Amsterdam BIJ1, en de BIJ1 fractie in de Amsterdamse gemeenteraad.

Bronnen: Jaap Hamburger, ‘Het Joods Akkoord rammelt aan alle kanten’. Parool, 1 nov 2018 en ‘GroenLinks is niet antisemitisch: de partij geeft juist het goede voorbeeld’, Trouw, 7 maart 2019. Ilan Pappé, De etnische zuivering van Palestina (2008), The biggest prison on earth (2017)Steven Beller, Antisemitism. A very short introduction. Oxford. 2007BIJ1, Amsterdams Joods Akkoord, www.bij1.org 6 maart 2018 Over BDS, DocP, www.docp.nl The Rights Forum, zie de dossiers De kwestie-Palestina/Israël, en Internationaal Recht. www.rightsforum.org Carolyn L.Karcher (red), Reclaiming Judaism from Zionism. 2019

aan het laden
aan het laden