Op de bres voor alleenstaande moeders

Op de bres voor alleenstaande moeders

Manifest

In april 1992 werd ik moeder van mijn eerste kind. Ik was 21 jaar jong, zonder afgeronde opleiding, vast inkomen en netwerk. Als geen ander weet ik welke uitdagingen alleenstaande ouders moeten overwinnen om volwaardig mee te kunnen doen in een samenleving die geen rekening houdt met de specifieke uitdagingen van het single ouderschap. Zaken als werk, inkomen, kinderopvang, en huisvesting zijn voor elk gezin een uitdaging, maar voor alleenstaande ouders kunnen het simpelweg enorme obstakels zijn. Zeker als er bijkomende problematiek is van bijvoorbeeld taalachterstand, arbeidsdiscriminatie of zelfs huiselijk (fysiek, emotioneel en psychisch) geweld.

Daarom steunt BIJ1 deze groep Amsterdammers door middel van het verzoek aan wethouder Moorman om te onderzoeken hoe de gemeente Amsterdam deze (meestal) moeders kan helpen zich te ontwikkelen en hun sociale mobiliteit te vergroten. Want het alleenstaande ouderschap mag zowel voor ouders als hun kinderen geen rem betekenen op een volwaardige deelname aan de samenleving.

- Sylvana Simons, Partijleider BIJ1

BIJ1 wil op internationale vrouwendag specifieke aandacht vragen voor een kwetsbare groep Amsterdammers, namelijk de alleenstaande moeders — en in het bijzonder die moeders met een migratieachtergrond — die in onze stad tot de armste groep mensen behoren. Hoewel zij vaak te maken krijgen met een reeks van problemen zoals armoede, schulden, gebrek aan goede huisvesting, gebrek aan passend werk, gebrek aan kinderopvang en sociaal isolement, is er nog altijd te weinig structurele hulp en sociale ondersteuning voor deze moeders. Daarom willen wij ons dit jaar hard voor ze uitspreken, en dat doen we niet alleen middels dit manifest, maar ook in de Raad. Hun obstakels en problemen zijn namelijk een symptoom van een samenleving waarin onbetaald werk niet wordt onderkend, en waarin reproductieve zorg, waaronder het grootbrengen van kinderen, niet serieus wordt genomen.

Armoede: een vicieuze cirkel

Eenoudergezinnen hebben in Nederland de grootste kans op armoede. In 87% van de gevallen is een alleenstaande vrouw het hoofd van het gezin. 77% van deze eenoudergezinnen leeft langdurig op of onder de armoedegrens, wat ertoe leidt dat alleenstaande moeders twee keer meer kans op armoede hebben dan alle andere vrouwen in Nederland. Een op de vier mensen in de bijstand is een alleenstaande ouder. Maar bijstand is onvoldoende voor een moeder met kinderen om van te leven, zeker als dat jaren duurt. Daarnaast is er ook sprake van armoede onder de moeders die werken: vaak zijn ze aangewezen op laagbetaald werk waar geen kinderopvang van betaald kan worden, waardoor ze parttime moeten werken — tijd en geld om een opleiding te volgen om beter werk te kunnen vinden is er niet. Zo komen veel alleenstaande moeders in een armoede spiraal terecht waar ze heel moeilijk uit kunnen komen. Dat heeft ook veel stress en psychische problemen tot gevolg. En dat is ook niet goed voor de kinderen.

Het centrale probleem daarbij is dat het krijgen en opvoeden van kinderen gezien wordt als een privé zaak, waar de samenleving als geheel niet voor verantwoordelijk is, hoewel duidelijk is dat onze hele maatschappij in zou storten als vrouwen (en mannen) niet bereid zouden zijn om kinderen te krijgen. Nu al zien we dat jonge mensen door de economische onzekerheid het kinderen krijgen uitstellen, en dat vrouwen die (niet zonder reden) bang zijn dat moederschap ten koste gaat van hun carrière, er maar helemaal van af zien. Het is een groot goed dat we tegenwoordig ook kunnen kiezen om geen moeder te worden, maar we zien nu al dat er meer jonge migranten nodig zijn in de zorg: wanneer we zo doorgaan krimpt de bevolking.

Het grote dilemma is als volgt: dat we er in deze samenleving van uitgaan dat vrouwen moeten werken alsof ze geen kinderen hebben, en hun kinderen moeten verzorgen alsof ze geen werk hebben.

Waarom vrouwen nog steeds achtergesteld zijn

We zijn in Nederland nogal trots over het feit dat vrouwen ‘bij ons’ gelijke rechten hebben. In werkelijkheid valt het met die gelijkheid nog steeds behoorlijk tegen. Als we het hebben over vrouwenemancipatie, dan gaat het al gauw over gelijke betaling, en het aantal vrouwen in topposities. Maar de problemen voor vrouwen zijn veel groter dan dat. En we mogen niet vergeten dat het overgrote deel van de vrouwen nooit in de buurt komt van een glazen plafond (de meeste mannen trouwens ook niet) en dat ‘gelijke betaling’ een dooie mus is als je je geld verdient achter de kassa in de supermarkt of met het schoonmaken bij iemand thuis. Daarnaast is het enkel focussen op gender als bepalende factor in je positie in de samenleving een valkuil: het is al meermaals aangetoond dat afkomst vaak een nog grotere rol speelt in je positie op de arbeidsmarkt dan je gender. Hierdoor hebben alleenstaande moeders met een migratieachtergrond een extra moeilijke positie.

Dit is een feit: vrouwen verdienen nog steeds minder dan mannen. Maar als je alleen kijkt naar de betaling per uur vergelijkbaar werk, dan valt het nog wel mee. Het valt veel minder mee als we zien dat een veel groter deel van de vrouwen parttime werkt, vaak omdat ze kinderen heeft. Mannen hebben ook kinderen, maar die zullen maar zelden minder gaan werken om voor hen te zorgen. Wat dat betreft heeft de emancipatie in de afgelopen halve eeuw weinig opgeleverd: mannen zijn 2% meer van hun tijd gaan besteden aan de zorg.

Dat vrouwen vaker parttime werken, maakt dat er in Nederland nog steeds maar de helft van de vrouwen voldoende verdient om er zelfstandig van te kunnen leven. Daar hoef je geen last van te hebben zolang je een goed verdienende partner hebt, maar we weten ook dat 40% van de huwelijken in echtscheiding eindigt. En daarbij gaan vrouwen er gemiddeld een kwart op achteruit in inkomsten (tegenover mannen, die er maar 2% op achteruit gaan).

Dus, zeggen nogal wat feministen, het is belangrijk dat vrouwen meer gaan werken. Het punt is echter dat daarbij te weinig rekening gehouden wordt met het feit dat kinderen te verzorgen hebben óók werk is, al wordt het niet betaald.

Dit zijn de belemmeringen die maken dat zoveel vrouwen niet van eigen loon kunnen leven:

  1. Het is, zeker als je kinderen hebt, nooit gemakkelijk om werk en zorg te combineren. We leven in een land waarin van vrouwen wordt verwacht dat ze werken alsof ze geen kinderen hebben, en voor hun kinderen zorgen alsof ze geen werk hebben. Voor goedverdienende vrouwen is het mogelijk om een deel van de zorg betaald te laten doen door andere vrouwen. Voor vrouwen met werk dat slecht betaalt, is die mogelijkheid er niet. Helaas zijn de mannen die een eerlijk deel van de zorg op zich nemen een kleine voorhoede.
  2. Er is sprake van discriminatie. Dat geldt met name als het gaat om zwangerschap, het is een realiteit voor vrouwen die zichtbaar moslim zijn en een hoofddoek dragen, en er is sprake van leeftijdsdiscriminatie en discriminatie tegen vrouwen met een migratieachtergrond.
  3. Vrouwen die te weinig opleiding hebben voor het beter betaalde werk zijn ook in het nadeel. Juist het werk dat in het verlengde ligt van de zorg wordt onderbetaald, omdat het gezien wordt als ‘ongeschoold’, dus: zorgen voor kinderen, schoonmaken, zorg voor ouderen.
  4. Er is een probleem met kwalitatief goede, bereikbare en betaalbare kinderopvang. Voor vrouwen die aan kinderopvang evenveel geld kwijt zijn als ze zelf kunnen verdienen is het geen optie.
  5. In veel vrouwenberoepen, zoals huishoudelijk werk en flexwerk is er sprake van een slechte arbeidsrechtelijke positie.

Voor alleenstaande moeders, die te maken hebben met alle bovenstaande belemmeringen, is er nog een belangrijke: wie geen partner heeft kan de zorg niet delen en moet ook nog alleen het inkomen verdienen.

Er zijn ook zeker alleenstaande moeders die een goedbetaalde baan hebben die ook parttime gedaan kan worden, of werk waarbij voor kinderopvang wordt gezorgd. Ook zijn er moeders bij die een beroep kunnen doen op grootouders bij het opvangen van de kinderen. Of die een ex-partner hebben die de verantwoordelijkheid voor de zorg van de kinderen deelt, en ook qua inkomen bijdraagt. Maar een groot deel van de alleenstaande moeders heeft deze voorwaarden niet, en komt in een chronisch onhoudbare situatie terecht. Zij kunnen vervolgens op niemand een beroep doen, behalve op de bijstand die niet voldoende is om ook de kinderen een leven te geven waarbij ze goed toegerust worden voor de toekomst. Al helemaal voor moeders met een migratieachtergrond gelden deze belemmeringen: ze hebben vaak minder familie om zich heen waar ze op kunnen steunen, en hun arbeidsrechtelijke positie is een stuk slechter.

Feminisme en moederschap

Het is begrijpelijk dat het feminisme van de Tweede Golf zich vooral inzette voor het verbeteren van de economische zelfstandigheid van vrouwen, en dus voor betaald werk. Te lang waren vrouwen vooral gezien als moeders en huisvrouwen. Vrouwen zijn in groten getale de arbeidsmarkt op gegaan. Maar het is alsof we het kind met het badwater hebben weggegooid: er is nauwelijks nog aandacht en waardering voor het moederschap. En daarmee wordt de positie van vrouwen nog steeds ernstig ondermijnd.

  • Het betekent dat een groot deel van alle vrouwen die ook kinderen hebben, moeite hebben om werk en gezin te combineren. Het betekent vaak dat vrouwen minder gaan werken en daarmee economisch gezien achterblijven bij de mannen.
  • De onderwaardering van zorg, van kinderen, partners, ouderen, maakt ook dat al het werk in de betaalde zorg vrouwenwerk blijft en wordt onderbetaald.
  • Alleen vrouwen met een goed betaalde baan kunnen een deel van de zorg laten doen door laag betaalde vrouwen, vaak met een migratieachtergrond. Zo kan het wel zijn dat de loonkloof tussen vrouwen en mannen langzaam kleiner wordt, maar die tussen vrouwen onderling alleen maar groter aan het worden is.

Voor BIJ1 is feminisme meer dan het doorbreken van het glazen plafond en meer vrouwen in topposities. Feminisme mag er niet alleen zijn voor de vrouwen die in verhouding al tot de bovenlaag van onze samenleving behoren. We denken intersectioneel, dat wil zeggen dat we er altijd rekening mee houden dat we te maken hebben met meer vormen van ongelijkheid: klasse, kleur en sekse. We zijn er ook voor vrouwen achter de kassa van de supermarkten die geen glazen plafond in de buurt hebben om te doorbreken. Voor de vrouwen die naar Nederland komen om op onze kinderen te passen en onze huizen, scholen, ziekenhuizen en overheidsgebouwen schoon te maken. Voor vrouwen met een migratieachtergrond die ook nog te maken hebben met andere discriminatie. Met vluchtelingenvrouwen die in ons land helemaal opnieuw moeten beginnen.

Om voor een betere toekomst van de kinderen te zorgen, is het net zo belangrijk om ervoor te zorgen dat het hun ouders en verzorgers goed vergaat. Dit betekent dat we beter voor de alleenstaande ouders in Amsterdam op moeten komen, en dit kan alleen gebeuren door te begrijpen hoe de specifieke situatie van alleenstaande moeders meerdere vlakken raakt: op economisch, sociaal, psychologisch en mentaal vlak. Om ervoor te zorgen dat deze moeders kansen krijgen die nu nog heel ver weg lijken.

Een groot deel van de alleenstaande moeders hebben met veel vormen van ongelijkheid te maken, en krijgen te weinig waardering en ondersteuning. BIJ1 wil daar wat aan doen.

Wat te doen?

  1. Allereerst is het tijd voor een herwaardering van moederschap, en alle andere vormen van zorg die onbetaald zijn. We moeten het feit onder ogen zien dat de onbetaalde sector evenveel geld waard is als de betaalde sector, alleen wordt dat geld niet uitbetaald.
  2. We moeten ook opkomen voor de herwaardering van zorg die wel, maar slecht wordt betaald, zoals huishoudelijk en opvoedend werk.
  3. Alle alleenstaande ouders hebben recht op voldoende inkomsten om met hun kinderen normaal van te kunnen leven.
  4. Alleenstaande moeders moeten serieus genomen worden, juist ook als gesprekspartners in het maken van beleid dat hen betreft.
  5. Ouderschapsverlof zou ook verleend moeten worden aan vrienden en familie van alleenstaande ouders die geen partner hebben om het verlof op te nemen.
  6. Mannenemancipatie moet bevorderd worden, zodat betrokken vaderschap wordt gestimuleerd en de zorgtaken eerlijker verdeeld worden.
  7. Kinderopvang moet betaalbaar worden, en voor mensen met een minimum inkomen gratis.
  8. De zelforganisatie van alleenstaande moeders moet worden ondersteund.
  9. Alleenstaande moeders moeten meer kansen krijgen om een opleiding of studie op te pakken.
  10. Elke vorm van discriminatie en stereotypering moet worden aangepakt.
  11. We pleiten voor het oprichten van ‘eenouderpunten’ in de grote steden, waar alleenstaande ouders heen kunnen voor sociale, psychologische en economische ondersteuning.

Vanwege de schrijnende nationale context, en vanwege het feit dat wij in de Amsterdamse Gemeenteraad zitten, zullen wij hard vechten voor de bevordering van de bovenstaande punten in Amsterdam. Hopelijk zetten wij hiermee het goede voorbeeld voor de rest van het land.

Op naar radicale gelijkwaardigheid en economische rechtvaardigheid!

Met dank aan Single Supermoms, en in het bijzonder aan Eva Yoo Ri Brussaard, aan het Bureau Clara Wichmann, en de Alliantie Samen Werkt Het, voor informatie over de rechtspositie van niet-uitkeringsgerechtigde en werkende arme vrouwen.

Namens BIJ1, Sylvana Simons

Auteurs: Anja Meulenbelt en Marieke Hermsen

Voetnoot:

BIJ1 en het feminisme

Dit is het eerste manifest dat BIJ1 publiceert op het gebied van gender en gender-rechtvaardigheid. We hebben bij dit manifest gekozen voor alleenstaande moeders, omdat dat een groep mensen is die nu om aandacht en steun vraagt. En omdat we vinden dat alleenstaande moeders een vergeten maar belangrijke groep mensen zijn.

Maar dat is zeker niet het enige onderwerp als we het hebben over feminisme en gender. Te lang heeft feminisme zich voornamelijk beziggehouden met witte cis-vrouwen.

We moeten het ook hebben over de verschillen tussen vrouwen, naar klasse, naar etniciteit, en de specifieke positie van vrouwen van kleur.

We moeten het ook hebben over LHBTQ+ mensen, over trans mensen.

We moeten het ook hebben over fysiek en mentaal geweld, dat in onevenredige wijze vrouwen en trans mensen treft.

We moeten het ook hebben over mensen met een beperking.

We moeten het hebben over mannen, over wat zij bij kunnen dragen aan genderrechtvaardigheid, en wat zij daar zelf bij te winnen hebben. We moeten het hebben over betrokken vaderschap.

We moeten het hebben over sekswerk.

We moeten ook internationaal denken, en we mogen de vrouwen die in andere landen uitgebuit worden om voor onze industrie te werken niet vergeten, net zozeer als we ook op moeten komen voor de domestic workers die als migranten hierheen komen om in onze huishoudens te werken.

We moeten het hebben over ecofeminisme, en wat feminisme, antiracisme en antikapitalisme bij te dragen hebben aan het bestrijden van de klimaatcrisis.

Het is onze bedoeling om drie keer per jaar een manifest te publiceren over een van deze vele belangrijke thema’s.